Donderdag 7 december lw en zn

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Donderdag 7 december

Welkom allemaal

Pak allemaal een schriftje/blaadje

Wat gaan we doen?

Herhaling onderwerp (ow)

Leerdoel: je kan lidwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen.

Aan de slag met opdrachten

Zin ontleden 

Wat is de pv, zet in zinsdelen en wat is het ow?

Sinterklaas/ is / naar Spanje / vertrokken 

1. In onze schoolkantine worden lekkere broodjes verkocht.

2. Bij ons in de schuur staat een elektrische fiets met minstens zeven versnellingen.

Grammatica 

Woordsoorten

• Werkwoorden (ww)
• Lidwoord (lw)
• Zelfstandig naamwoord (zn)
• Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Lidwoorden

de - het - een

Bepaalde lidwoorden (blw): de - het

de voetbal, het raam

Onbepaald lidwoord (olw): een

een voetbal, een raam

Een zelfstandig naamwoord (zn)

een mens, dier, plant, ding of gevoel. 

Bijvoorbeeld: dochter, bloemist, zeehond, tulp, telefoon, dorp, liefde.

Zo herken je een zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord heeft meestal een enkelvoud en een meervoud vriend – vrienden     zeehond - zeehonden

Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken (vriend – vriendje).

Je kunt er vaak de, het of een voor zetten 

de vriend, een vriend; het paard, een paard

Oefening

Schrijf 5 zelfstandige naamwoorden met een lidwoord op.

Zn eigennaam

Een eigennaam is ook een zelfstandig naamwoord: 

Tim, Schuurmans, Donar, Tiel, Rijn, RSG Tromp Meesters, Lijsterbesstraat

Hier zet je geen lidwoord voor.

Schrijf de ww, lw en zn op.

1. Pieter en Leendert klapten enthousiast na de voorstelling.

2. De foto van Anouk hangt bij haar oma aan de muur.

3. Achter het schoolgebouw staat al heel lang een fiets.

Aan de slag

Cursus 5 grammatica paragraaf 3 opdracht 1 t/m 4.

Huiswerk als het nog niet klaar is.

Denk aan trainen: zie Magister

5 minuten ZS