Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Shock
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je (nog) van shock?
Slide 2 - Carte mentale
Inhoud
Hypovolemische shock
Distributieve shock
Cardiogene shock
Obstructieve shock
Slide 3 - Diapositive
Lesdoelen
Student kan de 4 vormen van shock en hun oorzaken benoemen.
Student kan de behandeling van shock beschrijven.
Slide 4 - Diapositive
Beschrijf het doel van de circulatie.
Slide 5 - Question ouverte
Hypovolemische shock komt door?
A
in of uitwendige bloeding
B
Een hartinfarct
C
Een zware infectie
D
Een klaplong
Slide 6 - Quiz
Hypovolemische shock
- Door in of uitwendige bloeding
- Door brandwonden (grote blaren)
Slide 7 - Diapositive
Wat gebeurt er bij een hypovolemische shock?
Bloed in lichaam
Zuurstof in lichaam
Slide 8 - Diapositive
Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af ->
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
DOOD
Slide 9 - Diapositive
Distributieve shock komt door?
A
Grote bloeding
B
Long embolie
C
Allergische reactie
D
Bacteriële infectie
Slide 10 - Quiz
Wat gebeurt er bij een distributieve shock?
Bloedvatten zetten uit
Bloeddruk
Zuurstof in lichaam
Slide 11 - Diapositive
Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af ->
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
DOOD
Slide 12 - Diapositive
Cardiogene shock komt door?
A
Long embolie
B
Grote bloeding
C
Allergische reactie
D
Hartinfarct
Slide 13 - Quiz
Cardiogene shock
- Hartinfarct (vooral linkerkant)
- Ernstig hartritme stoornis
Slide 14 - Diapositive
Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af ->
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
DOOD
Slide 15 - Diapositive
Obstructieve shock komt door?
A
Spanningspneumo-thorax
B
Tamponade
C
Long embolie
D
Tapenade
Slide 16 - Quiz
Obstructieve shock
- Longembolie
- Spanningspneumathorax
- Tamponade
Slide 17 - Diapositive
Obstructieve shock
Slide 18 - Diapositive
Gevolgen?
Organen en weefsel beschadigd en/of sterft af ->
Bloeddruk daalt verder -> vitale organen beschadigen ->
DOOD
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Behandeling
Bel 112
Stel het slachtoffer gerust.
Vermijd drukte, spanning en grote bewegingen.
Breng de persoon in liggende toestand.
Breng de benen omhoog (uitgezonderd bij cardiogene shock)
Breng bij ernstige ademhalingsmoeilijkheden het bovenlichaam rechtop.
Voorkom afkoeling met een deken.
Voorkom oververhitting. Warm het slachtoffer nooit actief op. Door warmte treedt vaatverwijding op, waardoor de bloeddruk verder afneemt.
Slide 21 - Diapositive
Behandeling
Geef nooit iets te eten of te drinken:
Het geven van zuurstof met een hoge flow op een non-rebreathing masker om zuurstoftekort te bestrijden.
Inbrengen van een infuus: Bij een lage bloeddruk is het inbrengen van een infuus moeilijker dan bij een normale bloeddruk. Een patiënt moet namelijk 'gevuld' worden, om het circulerend vermogen op gang te houden.
Inbrengen van een blaaskatheter: om de urine-productie nauwkeurig te kunnen bijhouden. Het vasthouden van vocht kan een gevolg zijn van een circulatie stoornis.
Urineproductie volwassenen ongeveer 1 ml per kg. lichaamsgewicht per uur