7.1 Hoe maak je een balans? & 7.2 Wat staat er op de balans?

Bedrijfseconomie
Les 5
Nu Financieel
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bedrijfseconomie
Les 5
Nu Financieel

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
  • Lesdoel
  • Wat is een financiële planning?
  • 7.1 Hoe maak je een balans? 
  • 7.2 Wat staat er op de balans?
  • Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel

Slide 3 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een bedrijf welke veel geld nodig heeft om het bedrijf te starten? En een bedrijf wat bijna geen geld nodig heeft?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een financiële planning?
  • Containerbegrip? 
  • Heel simpel: De financiële planning voor je bedrijf, termijn kan variëren.
  • Onderdeel van een financiële planning is een balans

Slide 5 - Diapositive

Balans
  • Overzicht van bezittingen, schulden en eigen vermogen op een bepaald moment

Slide 6 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een bezitting van een logistiek bedrijf?

Slide 7 - Question ouverte

Bezittingen 
  • Bezittingen staan op de debetzijde (links), ook wel activa genoemd. (bedrijfsmiddelen)
  • Vaste activa --> bezittingen die langer dan 1 jaar meegaan.
  • Voorbeelden: Gebouwen, machines, transportmiddelen, inventaris 
  • Vlottende activa --> Bezittingen tot 1 jaar
  • Voorbeelden: voorraad goederen, debiteuren, te vorderen btw

Slide 8 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een schuld van een logistiek bedrijf?

Slide 9 - Question ouverte

Schulden
  • Schulden staan op de creditzijde (rechts), ook wel passiva genoemd.
  • Vreemd vermogen lang --> Schulden langer dan 1 jaar.
  • Voorbeelden: Hypotheek, overige leningen
  • Vreemd vermogen kort --> Schulden tot 1 jaar.
  • Voorbeelden: Crediteuren, te betalen belasting

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Balans
  • Een balans moet altijd in evenwicht zijn:
  • Debet (linkerkant) en Credit (rechterkant) moeten altijd in evenwicht zijn. 
  • Liquide middelen horen bij vlottende activa!

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!
  • 7.1) 1/2/4/5/7/9 
  • 7.2) 1/2/3/4/7/8

Slide 13 - Diapositive