Microscoop les

Thema 1 Organen en cellen
1.3 Werken met een loep en een microscoop
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thema 1 Organen en cellen
1.3 Werken met een loep en een microscoop

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les
1.3 werken met een microscoop
zelf aan de slag
weektaak controle

Slide 2 - Diapositive

Kleinste

Grootste
Zet de woorden en afbeeldingen
in de goede volgorde, van klein naar groot.
weefsel
organisme
orgaanstelsel
orgaan
cel

Slide 3 - Question de remorquage

Wat is een orgaanstelsel?
A
Organen die samenwerken aan dezelfde taak.
B
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie.
C
Onderdeel van een organisme.
D
Een deel van een organisme met een eigen taak.

Slide 4 - Quiz


nummer 5?
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 5 - Quiz


nummer 10?
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 6 - Quiz


nummer 6?
A
Long
B
Dikke darm
C
Nier
D
Maag

Slide 7 - Quiz


Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen

Slide 8 - Quiz


Het hart is:
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 9 - Quiz


Welk organenstelsel zorgt voor de vertering van je eten?
A
Het bloedvatenstelsel
B
De maag en de lever
C
Het verteringsstelsel
D
Het zenuwstelsel

Slide 10 - Quiz

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je werken met een microscoop
- kan je de onderdelen van een microscoop benoemen
- kan je een preparaat maken

Slide 11 - Diapositive

Vandaag gaan jullie niet zelf met een microscoop werken. Dat gaan we woensdag doen. Je krijgt een cijfer hiervoor!!!

Je moet voor de toets WEL de onderdelen van een microscoop kennen!!

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Met een microscoop bekijk je een preparaat.
Een preparaat bestaat uit 2 glaasjes:
- het grotere voorwerpglas
- het kleinere dekglas

Om een preparaat te maken, heb je prepareermateriaal nodig.

Slide 15 - Diapositive

Leg het preparaat tussen de preparaatklemmen op de kruistafel 
van de microscoop. Schuif het preparaat naar achter.
Je legt het preparaat NIET onder de klemmen!

Slide 16 - Diapositive

Zorg dat je preparaat recht boven 
de opening in de tafel komt te liggen, verplaats de kruistafel.

Slide 17 - Diapositive

Als je dit ziet, zie je vooral veel luchtbellen. Dat is nooit de bedoeling.
Je hebt het preparaat niet goed gemaakt

Slide 18 - Diapositive

Plantaardige cel
Dierlijke cel

Slide 19 - Diapositive

Tekenregels
1. Maak grote tekeningen. Niet meer dan een tekening op een bladzijde. 
2. Gebruik potlood.
3. Teken met dunne lijnen eerst de omtrek en dan de delen.
4. Teken wat je ziet!
5. Maak je tekening niet te ingewikkeld.

Slide 20 - Diapositive

Tekenregels
6. Links boven schrijf je de titel van je tekening.
7. ! Schematisch of natuurgetrouw wordt aangegeven. De vergroting ook!
8. Rechts boven je naam, klas en datum.
9. Rechts geef je aan de namen bij de delen die je kent. ZZet tussen een deel en een naam een horizontaal lijntje. 
10. Werk netjes

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Natuurgetrouwe tekening
Zo echt mogelijk lijkend op wat je ziet, met kleur/details
Schematische tekening
alleen de hoofdlijnen, geen kleur/details

Slide 23 - Diapositive

zelf aan de slag
maken basisstof 1.3
lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1, 2 en 4 maken (vanaf blz. 27)

Klaar? Dan laat je het zien!!

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Evaluatie
Welke cel is volgens de tekenregels getekend en waarom is alleen deze goed?

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

lamp
revolver
preparaatklem
tubus
tafel
diafragma
statief
grote schroef
kleine schroef
oculair
objectief

Slide 29 - Question de remorquage

Sleep de benamingen naar het juiste vak.
Test je kennis over het onderwerp van deze week!
de blaas
de maag
de lever
het hart
de darmen
de nieren
de longen
de slokdarm
de hersenen

Slide 30 - Question de remorquage

Door welk gedeelte van de microscoop kijk je?
A
diafragma
B
objectief
C
oculair
D
revolver

Slide 31 - Quiz

Hoe heet onderdeel
nummer 1
A
oculair
B
grote stelschroef
C
statief
D
revolver

Slide 32 - Quiz