Pedagogiek periode 3.2 - les 14

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 3

Deze les

Doelgroepen gespecialiseerde opvang

Angststoornissen

Obsessieve-compulsieve stoornis 

H 14.11 en 14.12

Opdracht

Onderzoek in twee- of drietallen een angststoornis:

Angst- of paniekstoornis

Fobieën

PTSS (Posttraumatische stress-stoornis)

Dwangstoornis (OCS)

Opdracht

Onderzoek:

Symptomen

Oorzaken

Behandeling

Begeleiding

Deel wat je hebt onderzocht

Angststoornis

Angststoornis

Een psychische aandoening waarbij de angst geen reële basis heeft en het kind sociale problemen door de angst ondervindt

Angststoornissen

Paniekstoornis

Fobieën

Posttraumatische stress stoornis (PTTS)

Paniekstoornis

• Aanval: controleverlies en plotselinge paniek
• Symptomen: hartkloppingen, duizeligheid, misselijkheid, angst om gek te worden, gevoel van onwerkelijkheid
• Aanval kan in elke situatie plaatsvinden

Fobieën

Fobie: een niet-reële angst voor iets die het leven gaat beheersen

Fobieën

Enkelvoudige fobie: gericht op een bepaald ding of situatie

Agorafobie: ruimte- of pleinvrees (bv. midden in een mensenmassa)

Sociale fobie: gekoppeld aan situatie waarin iemand moet presteren of sociaal moet functioneren

PTTS

Angststoornis die ontstaat als gevolg van ernstig stressgevende situaties, waarbij sprake was van levensbedreiging, ernstig lichamelijk letsel of een bedreiging van de fysieke integriteit.

Symptomen PTTS

Regelmatige herbeleving van de situatie

Sterke angstreactie bij herbeleving

Niet meer scheiden van beleving en werkelijkheid

Uit de weg gaan van situaties

Rusteloosheid

Concentratieproblemen

Oorzaken angststoornissen

De ene persoon ontwikkelt in een bepaalde situatie een angststoornis, de andere niet. Oorzaken:

• De mate waarin iemand vatbaar is voor angst (aanleg)
• Aangeleerde angst (door ouder of opvoeder)
• Eigen ervaringen
• Gebruik van middelen (drugs, alcohol, ...)

Begeleiding bij angststoornis

Stap voor stap de confrontatie aangaan met de situatie

Kind vertrouwen geven dat hij het aankan

Kind lichamelijk helpen ontspannen

Positief en bemoedigend aanwezig zijn

Als kind de situatie doorstaat, neemt het zelfvertrouwen toe

Adviseer ouders over deskundige hulp

Selectief mutisme

Selectief mutisme

Het kind spreekt in bepaalde situaties wel (bv. thuis of in vertrouwde omgeving), maar in andere situaties niet.

Is een vorm van sociale angst.

Obsessieve-compulsieve stoornis

Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS)

Aandoening waarbij iemand steeds aan iets moet denken (dwanggedachten) of steeds iets moet doen (dwanghandelingen), terwijl hij dat niet wil.

OCS

Obsessies: dwanggedachten

Compulsies: dwanghandelingen

Verschijnselen OCS

• Steeds uit moeten voeren van (op zich) zinloze handelingen, bv. tellen van de traptreden
• Verbinden van gedachten hieraan, bv.: als ik dit niet doe, krijg ik vandaag een ongeluk
• Reden: afweren van angst

Invloed van OCS

Dwanghandelingen kosten veel tijd

Ze verstoren het contact met anderen

Aantal dwanggedachten of handelingen neemt steeds toe

Begeleiden bij OCS

• Geef het kind steun en waardering
• Schakel deskundige hulp in, hoe eerder hoe beter
• Deskundige hulp is d.m.v. oefeningen gericht op het versterken van zelfvertrouwen en afbouwen van het gedrag