betogende teksten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom

Lezen H3, blz 146

Feit, mening en argument en betogende teksten

Nederlands

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

• weet je wat een BETOGENDE TEKST is

• kun meningen en argumenten herkennen in een betogende tekst

• kun je zelfstandig een tekst lezen en bij het lezen feiten, meningen en argumenten onderscheiden.

Betogende tekst

Een tekst waarin de schrijver iemand wil overtuigen 

(door het gebruik van  meningen en argumenten)

heet een 

betogende tekst

Tekstdoel hierbij is altijd overtuigen

Voorbeelden

Voorbeelden van een betogende tekst zijn: 

Een opiniestuk, betoog, beoordeling, fimrecensie, een ingezonden brief. 

voorbeeld betogende tekst:

onderwerp: plastic afval in de oceaan.

hoofdgedachte: We moeten nu iets doen tegen het plastic afval in de oceaan, anders blijft er geen leven in de zee meer over.

De tekstopbouw van betogende teksten: driedeling

Inleiding	De schrijver noemt het onderwerp en geeft daarover zijn mening.
Kern	De schrijver geeft geloofwaardige argumenten voor zijn mening.
Slot	De schrijver trekt een conclusie of een samenvatting

Mening:

De schrijver vindt ergens iets van en schrijft dit op in een betogende tekst.

Ik vind......

Mijn mening is........

Mening

• Een mening (of opinie) is wat iemand ergens van vindt.
  

• Niet controleerbaar (geen bewijzen).
  
• Je kunt het eens of oneens zijn.
• Bij een mening hoort subjectief taalgebruik. Dat zijn woorden die passen bij gevoelens en je proberen te beïnvloeden (fantastisch, heerlijk, vreselijk, dramatisch etc.)

Argument:

Met argumenten onderbouwt een schrijver zijn mening.

Ik vind hem niet aardig, omdat hij mij nooit gedag zegt

signaalwoorden om argumenten te herkennen

Feiten

• Een tekst kan feiten en meningen bevatten.

• Een feit is een uitspraak over iets dat waar of niet waar is.

• Controleerbaar: je moet kunnen controleren of een uitspraak waar of niet waar is.
  
• Feiten noemen wij objectieve informatie. 

Doen:

Maken Lezen opdracht 1t/m 10 vanaf blz 147 (3.3)

-Nakijken huiswerk van vandaag

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

1. Maak huiswerk Lezen h3 af (aanstaande dinsdag)

2. Maken/bekijken linkjes in Magister

3. Leren voor de toetsweek

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Ik ga de de rest van de les...

Verplicht met meneer De Vries oefenen voor de woordsoorten so.

Opdracht 10 en 11 van hoofdstuk 8.3 maken

De Beter Spellen testen maken en het bijbehorende schema invullen.

Voor mijn boekendoos aan de slag

Ik ben tevreden met wat ik heb gedaan tijdens het (zelfstandig) werken.

😒🙁😐🙂😃