M3 Hoofdstuk 1 economie

Hoofdstuk 1
voor Mavo 3 Economie
1.1. Behoeften van de mens
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1
voor Mavo 3 Economie
1.1. Behoeften van de mens

Slide 1 - Diapositive

1. Wat is een primaire behoefte?
A
kleding
B
laptop
C
nieuwe iphone
D
vakantie

Slide 2 - Quiz

2. Primaire behoeften zijn:
A
McDonalds
B
Netflix
C
iPhone
D
Spijkerbroek

Slide 3 - Quiz

3. wat is geen primaire behoefte
A
een boterham
B
een tv
C
een huis om in te wonen
D
goede schoenen

Slide 4 - Quiz

4. Wat is geen schaars goed?
A
Kraanwater
B
Drop
C
Zout
D
Wind

Slide 5 - Quiz

5. Wat kan niet schaars zijn?
A
brood
B
water
C
zonlicht
D
geld

Slide 6 - Quiz

Par 1.2
beinvloeding

Slide 7 - Diapositive

6. Wat is een marketingmix?
A
Dat meerdere bedrijven samenwerken
B
Heeft niets te maken met de P van Planning
C
De combinatie van de 5 P's
D
Het mengen van 2 ideeën wat tot een nieuw product leidt.

Slide 8 - Quiz

7. Wat is geen P uit de marketingmix?
A
Productbeleid
B
Promotiebeleid
C
Prijsbeleid
D
Productiebeleid

Slide 9 - Quiz

8. Welke doelgroep is geen echte
zorg -doelgroep ?
(heeft dus geen problemen)
A
Jongeren
B
Ouderen
C
Volwassen zonder kinderen
D
Dementeren

Slide 10 - Quiz

9. Wat is een ideële reclame?
A
Ze willen iets verkopen
B
Ze willen een boodschap overbrengen

Slide 11 - Quiz

10. Wat is ideële reclame?
A
Vervolging door justitie
B
Postbus 51
C
Reclame om winst te maken
D
Reclame om mensen aan het denken te zetten

Slide 12 - Quiz

Par. 1.3
Budgetteren

Slide 13 - Diapositive

11. Wat is het Nibud??
A
Nationaal instituut voor budgetvoorlichting
B
Nederlands instituut voor buddy's
C
Nederlands instituut voor budgetvoorlichting
D
Naakt is budget uit dialyse

Slide 14 - Quiz

12.Wat is het doel van Nibud?
A
Mensen helpen zo min mogelijk geld sparen
B
Zij helpen jou met budgetteren
C
Nibud helpt jou om geld te besparen
D
Nibud wil zoveel mogelijk geld aan jou verdienen

Slide 15 - Quiz

13. Vaste lasten zijn:
A
de vakantie
B
het avondeten
C
de auto
D
de gasrekening

Slide 16 - Quiz

14. Wat zijn vaste lasten?
A
reparatie
B
benzine
C
apk (keuring)

Slide 17 - Quiz

15. Welke formule gebruiken we bij het omrekenen van week naar maand?
A
bedrag x 12 : 52
B
bedrag x 52 : 12
C
bedrag : 12 x 52
D
bedrag : 52 x 12

Slide 18 - Quiz

vr. 16......€ 10 per week omrekenen naar een maand bedrag doe je zo:
A
€10 x 4
B
€10 x 52 : 12
C
€10 x 12 : 52
D
€10 x 4,3

Slide 19 - Quiz

Prijzen en inflatie
Par. 1.4

Slide 20 - Diapositive

17. Bij inflatie
A
Daalt de koopkracht
B
Stijgt de koopkracht
C
Stijgen de prijzen
D
Worden er minder impulsaankopen gedaan

Slide 21 - Quiz

18. Wat is inflatie ?
A
Stijging van de koopkracht
B
Algemene daling van de prijzen
C
Algemene stijging van de prijzen
D
Daling van de koopkracht

Slide 22 - Quiz

19. Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door de inflatie kan je...
A
meer kopen
B
minder kopen

Slide 23 - Quiz

20. Wat is het CBS?
A
Zoekt cijfers uit voor de overheid
B
Centraal bureau voor de statistiek
C
Maakt plannen op basis van cijfers
D
Een soort ministerie van de overheid

Slide 24 - Quiz

21. Wat doet de CBS?
A
Verzamelt alleen informatie over de inkomens van de bevolking
B
Geeft advies aan de gezinnen
C
Doet alleen onderzoek naar de verschillen van de gezinnen
D
Verzamelt alle informatie over de economie

Slide 25 - Quiz