thema 3 stofwisseling

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Organisch of anorganisch
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 4 - Quiz

Is dit een organische
of anorganische stof?
A
Organische
B
Anorganisch

Slide 5 - Quiz

Organisch of anorganisch?
Eiwit
A
Organisch
B
anorganisch

Slide 6 - Quiz

Organisch of anorganisch?
ATP (gebruik je BINAS als je de stof niet kent)
A
Organisch
B
anorganisch

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Assimilatie is...
A
Opbouw
B
Afbraak

Slide 10 - Quiz

Assimilatie is...
A
opbouwen van eiwitten uit aminozuren
B
opbouwen van glycogeen uit glucose
C
opbouwen van vetten uit glycerol en 3 vetzuren
D
antwoorden A, B, en C zijn allemaal goed.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Rijk
Voedsel
Stof
Groep
Plant
CO2 + H2O
Anorganisch
Dier
Plantaardig / dierlijk
Organisch
Bacteriën
Plantaardig/dierlijk
Organisch
Schimmels
Plantaardig/dierlijk
Organisch
Heterotroof
Autotroof

Slide 13 - Question de remorquage

Slide 14 - Diapositive

wat is ATP?
A
een enzym dat betrokken is bij de aerobe dissimilatie
B
een receptor die de cel aanzet tot de verbranding van meer glucose
C
een chemische energiedrager voor de meeste processen in de cel

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Hoe werken enzymen? Zet in de juiste volgorde.
enzym knipt voedingsstof in tweeën
enzym bindt aan voedingsstof
enzym laat los
voedingsstof is (deels) afgebroken

Slide 19 - Question de remorquage

Substraat
Product
Enzym
Enzym-substraat complex

Slide 20 - Question de remorquage


Amylase
Peptidase
Lipase
Enzymen die zetmeel (amylose) afbreken
Enzymen die eiwitten (peptide)  afbreken
Enzymen die vetten (lipiden) afbreken

Slide 21 - Question de remorquage

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Zal een reactie met een hoge activeringsenergie makkelijker of moeilijker verlopen dan een reactie met een lage activeringsenergie?
A
Makkelijker
B
Moeilijker
C
Even goed

Slide 25 - Quiz

Wat doet een katalysator met de activeringsenergie?
A
Verhoogt
B
Verlaagt
C
Blijft gelijk
D
Negeert hem

Slide 26 - Quiz

I: Een katalysator verhoogt de activeringsenergie en wordt verbruikt
II: Een katalysator verlaagt de activeringsenergie en kan hergebruikt worden
A
I is juist
B
II is juist
C
I en II zijn juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 27 - Quiz

Wat vonden jullie van de uitleg via lessonUP?

Slide 28 - Question ouverte