klas 3: Oefenen voor de GGGT,pers vnw/der/ein gr, met voorzetsels

GGGT
Samenvatting en oefenen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

GGGT
Samenvatting en oefenen

Slide 1 - Diapositive

Theorie over de 1ste 3de en 4de naamval der- en ein-Gruppe
Woorden bij de Der-Gruppe en de Ein-Gruppe
Voorzetsels 3de en 4de naamval
Keuzevoorzetsels
Naamvallen van het persoonlijk voornaamwoord
Terugverwijzen met een persoonlijk voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord na een woord uit de Der- of Ein-Gruppe
Bijvoeglijk naamwoord zonder woord uit de Der- of Ein-Gruppe
Zwakke werkwoorden OVT
Modale werkwoorden OVT
Voltooid deelwoord sterke werkwoorden
VWO: Wederkerend voornaamwoord
VWO: Conjunctief
Grammatica werkboek in TEAMS

Slide 2 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden
Veranderen door hun functie in de zin en na een voorzetsel

1ste: onderwerp
3de: meewerkend voorwerp
4de: lijdende voorwerp

Slide 3 - Diapositive

Was schenkst du (hun) zu Weihnachten?

Slide 4 - Question ouverte

Ich habe (jullie) hier noch nie gesehen.

Slide 5 - Question ouverte

Ich habe es (hem) gestern gesagt.

Slide 6 - Question ouverte

Hast du noch (met haar) darüber gesprochen?

Slide 7 - Question ouverte

Soll ich heute aber (naar jou) kommen?

Slide 8 - Question ouverte

Ich kann nicht (zonder haar)!

Slide 9 - Question ouverte

Der-Gruppe
Veranderen door hun functie in de zin en na een voorzetsel
 

1ste: onderwerp
3de: meewerkend voorwerp
4de: lijdende voorwerp

Slide 10 - Diapositive

(Dit) Sportgeschäft (o) hat (geen)
Adidas-Schuhe mehr.

Slide 11 - Question ouverte

(elke) Schwester kauft Schmicke

Slide 12 - Question ouverte

(sommige) Männer mögen kein Fußball

Slide 13 - Question ouverte

Der Postbote bringt (deze) Familie (het) Paket

Slide 14 - Question ouverte

Torsten und Jens fahren mit (de) Fahrrad (o) zur Schule.

Slide 15 - Question ouverte

Den Kuchen hat sie für (deze) Oma gebacken.

Slide 16 - Question ouverte

Bitte, setzt dich jetzt endlich auf (de) Sofa (o).

Slide 17 - Question ouverte

Auf (de) Arm (m) hatte er Sonnenbrand

Slide 18 - Question ouverte

Ich will lieber nicht auf (de) Wörter reagieren

Slide 19 - Question ouverte


Slide 20 - Question ouverte

Ein-Gruppe
Veranderen door hun functie in de zin en na een voorzetsel
 

1ste: onderwerp
3de: meewerkend voorwerp
4de: lijdende voorwerp

Slide 21 - Diapositive

Du hast wieder (jouw ) Tasche vergessen!

Slide 22 - Question ouverte

Wo wohnt (haar) Onkel? In Berlin

Slide 23 - Question ouverte

Babette geht zu (haar) Tante ins Krankenhaus

Slide 24 - Question ouverte

In (zijn) Schule hat Peter über (zijn) Umziehung erzählt

Slide 25 - Question ouverte

Der Lehrer hatte wenig Kritik an (onze) Vortrag (m)

Slide 26 - Question ouverte