MM 2K - Voorbereiding toets H2 (les 10)

Welkom
Mens en Maatschappij
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Mens en Maatschappij

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld

Programma
  • Herhaling stof: heel snel, heel veel (10 minuten).
  • Maken Test jezelf (15 minuten).
  • Nakijken Test jezelf (10 minuten).
  • Maken LessonUp-quiz (10 minuten)
  • Afronden (5 minuten).
Let op: toets op 14-11-2019
Toets Hoofdstuk 2 Wonen en werken in één wereld (blz 47-81) 
  • Leer de theorie (blauwe blokken, vetgedrukte begrippen, samenvatting, begrippenlijst).
  • Bekijk nogmaals de opdrachten. 
  • Test jezelf met de online cursustoetsen en de oefengenerator.

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
Cursus 2.1 Klimaten en plantengroei
Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen weer en klimaat.
  • Je kent de factoren die verschillende klimaten veroorzaken.

Uitleg
  • Weer = klein gebied, korte periode, verandert snel.
  • Klimaat = groot gebied, lange periode, verandert langzaam.



Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
Cursus 2.1 Klimaten en plantengroei
Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen weer en klimaat.
  • Je kent de factoren die verschillen in klimaten veroorzaken.

Uitleg
Klimaatgebieden ontstaan door:
  • Ligging ten opzichte van de evenaar (breedteligging).
  • Ligging ten opzichte van de zee.
  • Ligging ten opzichte van de aardbodem (hoogteligging).


Slide 4 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
Cursus 2.1 Klimaten en plantengroei
Leerdoelen
  • Je kunt de vijf klimaatgebieden noemen.
  • Je kent de kenmerken van de klimaatgebieden.

Uitleg
5 klimaatgebieden:
  1. Tropisch klimaat = warm, veel neerslag.
  2. Droog klimaat = woestijn, weinig neerslag.
  3. Zeeklimaat = zachte winters, koele zomers, meer neerslag.
  4. Landklimaat = koude winters, warme zomers, minder neerslag.
  5. Koud klimaat = vaak vorst.

Wist je dat?
In de verschillende landschapszones
werken planten, dieren, bodem, water en lucht op elkaar in. Samen zorgen zij voor de voedselkringloop. Alle 
processen worden door het
 klimaat beïnvloed. Zodra één onderdeel van het systeem verandert, veranderen de 
andere ook.

Slide 5 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
Cursus 2.1 Klimaten en plantengroei
Leerdoelen
  • Je kunt de vijf klimaatgebieden en hun kenmerken noemen.
  • Je kunt de vijf plantenzones en hun kenmerken noemen.

Uitleg
5 plantenzones:
  • Tropisch regenwoud = vlakbij de evenaar, veel boomsoorten, altijd groen.
  • Steppe = grasvlakte, zonder bomen.
  • Loofbos = bomen die in de herfst hun blad verliezen.
  • Naaldbos = bomen die het hele jaar groen zijn.
  • Toendra = alleen struiken, gras en mos.


Slide 6 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
2.2 Plantages en slavenwerk
Leerdoelen
  • Je kent de begrippen slavernij, plantages en kolonialisme.

Uitleg
  • Kolonialisme = heersen over buitenlands gebied (kolonie) om geld te verdienen.
  • West-Europese landen, zoals Engeland, Nederland en Spanje, stichtten kolonies in Azië, Afrika en Amerika
  • Plantages = grote landbouwbedrijven (vaak in Zuid-Amerika) waar suiker, katoen, tabak, koffie of thee werd verbouwd.
  • West-Europese handelaren roofden mensen uit Afrika, vervoerden hen naar Zuid-Amerika en dwongen hen daar te werken op de plantages. Dit wordt slavernij genoemd.


Slide 7 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
2.2 Plantages en slavenwerk
Leerdoelen
  • Je kent de begrippen slavernij, plantages en kolonialisme.
  • Je weet wat de West-Indische Campagnie (WIC) is.
  • Je kunt uitleggen wat de driehoekshandel betekent.

Uitleg
  • De West-Indische Compagnie (WIC) werd opgericht om slaven naar plantages en producten van plantages te vervoeren.
  • De WIC vervoerde wapens en gereedschap naar West-Afrika (rood), slaven naar Zuid-Amerika (groen) en producten van de plantages terug naar West-Europa (blauw). Deze driehoekshandel vond plaats op de Atlantische Oceaan.

Slide 8 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
2.2 Plantages en slavenwerk
Leerdoelen
  • Je weet wat abolitionisten zijn.


Uitleg
  • In de 17e en 18e eeuw dreef de WIC handel.
  • In de 18e eeuw ontstond verzet tegen slavernij. In de 19e eeuw werd de slavernij verboden. De herdenking hiervan wordt Keti Koti (gebroken ketting) genoemd.
  • Het afschaffen van slavernij wordt abolitionisme genoemd. Voorstanders van de afschaffing noemen we abolitionisten

Slide 9 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
2.3 Een wereldeconomie
Leerdoelen
  • Je weet wat handelskapitalisme is en kent de rol van de VOC.
  • Je kent de begrippen investeren, aandeel en naamloos vennootschap (nv).
  • Je weet wat de betrouwbaarheid van een bron is.
  • Je kunt informatie aflezen uit tabellen en diagrammen.
  • Je weet wat wereldeconomie is

Uitleg
  • Handelskapitalisme = handel drijven om geld te verdienen.
  • Investeren = geld steken in een bedrijf (door een aandeel te kopen) om te delen in de winst.
  • Naamloos vennootschap = bedrijf dat aandelen verkoopt.

Slide 10 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
2.4 Duurzame ontwikkeling
Leerdoelen
  • Je weet wat duurzaam is.
  • Je kunt voorbeelden noemen van milieuproblemen.

Uitleg
  • Door de wereldhandel beïnvloedt de mens het milieu .
  • Het mileu is de omgeving van de mens. 
  • Op drie manieren beïnvloedt de mens het mileu: door vervuiling (bijvoorbeeld plastic soep), door uitputting (bijvoorbeeld aardgas) en door aantasting (bijvoorbeeld ontbossing).
  • Duurzaamheid = gebruiken van grondstoffen zonder dat het mileu vervuild, uitgeput of aangetast raakt.

Slide 11 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
2.4 Duurzame ontwikkeling
Leerdoelen
  • Je weet wat ontbossing is.
  • Je weet wat bevolkingsgroei is.
  • Je weet wat duurzame ontwikkeling is.

Uitleg
  • Als er meer bos wordt weggehaald dan er wordt aangeplant, ontstaat er ontbossing.
  • Door ontbossing komt er minder regen, verdwijnen planten en dieren en wordt de bodem niet meer beschermd tegen uitdroging.
  • Bevolkingsgroei is een oorzaak van ontbossing. Bevolkingsgroei ontstaat als er minder mensen sterven (sterftecijfer) dan dat er geboren worden (geboortecijfer). 

Slide 12 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
2.4 Duurzame ontwikkeling
Leerdoelen
  • Je weet wat ontbossing is.
  • Je weet wat bevolkingsgroei is.
  • Je weet wat duurzame ontwikkeling is.

Uitleg
  • Geboortecijfer = aantal geboorten per 1000 inwoners per jaar.
  • Sterftecijfer = aantal sterfgevallen per 1000 inwoners per jaar.
  • Geboorteoverschot = geboortecijfer - sterftecijfer. 

Slide 13 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld
2.4 Duurzame ontwikkeling
Leerdoelen
  • Je weet wat ontbossing is.
  • Je weet wat bevolkingsgroei is.
  • Je weet wat duurzame ontwikkeling is.

Uitleg
  • Als er meer mensen geboren worden dan er sterven, is er een geboorteoverschot.
  • In arme landen hebben mensen veel kinderen, die kunnen bijverdienen en later voor hun ouders kunnen zorgen.
  • Duurzame ontwikkeling betekent dat we de aarde zo gebruiken dat onze kinderen er ook nog goed op kunnen leven. Bijvoorbeeld door duurzaam bossen te kappen.

Slide 14 - Diapositive

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld

Opdracht
  • Test jezelf (blz 82-84) maken.
  • Test jezelf nakijken.
  • LessonUp-quiz maken.


Slide 15 - Diapositive

Welk klimaat hoort bij deze beschrijving?
warm, veel neerslag
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
tropisch klimaat
D
droog klimaat

Slide 16 - Quiz

Suriname...
A
...heeft een zeeklimaat.
B
...ligt rond de evenaar.
C
...bevat vooral woestijn.
D
...heeft een landklimaat.

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste woorden.

Het weer gaat over
een ... gebied en een ... periode.
A
klein, korte
B
groot, lange
C
klein, lange
D
groot, korte

Slide 18 - Quiz

Voorstanders van de afschaffing van slavernij.
A
abolitionisten
B
kolonialisten
C
slavenhandelaren
D
plantagehouders

Slide 19 - Quiz

Welke plantenzone is er rond de evenaar?
A
toendra
B
steppe
C
woestijn
D
tropisch regenwoud

Slide 20 - Quiz

16e -17e eeuw
17e -18e eeuw
18e -19e eeuw
Wat hoort bij elkaar?
protest tegen en afschaffing van slavernij
handel door WIC
opkomst handelskapitalisme

Slide 21 - Question de remorquage

Waarom willen sommigen af van de term Gouden Eeuw (17e eeuw)?

Slide 22 - Question ouverte

geld in een bedrijf steken
bedrijf dat aandelen verkoopt
bewijs dat geld in bedrijf is gestoken
Wat hoort bij elkaar?
aandeel
vennootschap
investeren

Slide 23 - Question de remorquage

Noem drie manieren waarop de mens het milieu negatief beïnvloedt.

Slide 24 - Question ouverte

Het geboortecijfer is 45.
Het sterftecijfer is 32.
Wat is het geboorteoverschot?
A
77
B
45
C
32
D
13

Slide 25 - Quiz

De rivieren raken vol plastic.
Het aardgas raakt op.
Wat hoort bij elkaar?
De ozonlaag is beschadigd.
uitputting
vervuiling
aantasting

Slide 26 - Question de remorquage

Wat betekent duurzaam?
A
Alles duur maken.
B
Alles zeldzaam maken.
C
Alles zo gebruiken dat het niet opraakt.
D
Alles zo gebruiken dat het opraakt.

Slide 27 - Quiz

Hoofdstuk 2: Wonen en werken in één wereld

Succes met de voorbereiding!
Let op: toets op 14-11-2019
Toets Hoofdstuk 2 Wonen en werken in één wereld (blz 47-81) 
  • Leer de theorie (blauwe blokken, vetgedrukte begrippen, samenvatting, begrippenlijst).
  • Bekijk nogmaals de opdrachten. 
  • Test jezelf met de online cursustoetsen en de oefengenerator.

Slide 28 - Diapositive