2.2 Data verzamelen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Vraag ook naar opgave 14b en c

Leerdoelen deze les

Wat voor variabele is

Geslacht

1. Kwalitatief
2. Kwantitatief

We lezen theorieblok A op blz 65 en 66 samen door

Schrijf voor jezelf kort op wat de volgende begrippen inhouden

kwalitatieve variabelen/ kwantitatieve variabelen

discrete variabele/ continue variabelen

Wat voor variabele is

Leeftijd in jaren

1. Kwalitatief
2. Kwantitatief

Wat voor variabele is

Profiel in de bovenbouw

1. Kwalitatief
2. Kwantitatief

Wat voor variabele is

Gewicht van een ei

1. Kwalitatief
2. Kwantitatief

Wat voor variabele is

Kleur van een je T-shirt

1. Kwalitatief
2. Kwantitatief

Wat voor variabele is

lidmaatschapsnummer

1. Kwalitatief
2. Kwantitatief

De volgende kwantitatieve variable is...

Het aantal appels aan een boom

1. Discreet
2. continu

De volgende kwantitatieve variable is...

het gewicht van de appels aan een boom

1. Discreet
2. continu

De volgende kwantitatieve variable is...

rapportcijfer

1. Discreet
2. continu

De volgende kwantitatieve variable is...

De tijd die wordt besteed aan het leren voor een toets

1. Discreet
2. continu

De volgende kwantitatieve variable is...

voetlengte

1. Discreet
2. continu

De volgende kwantitatieve variable is...

schoenmaat

1. Discreet
2. continu

De volgende kwantitatieve variable is...

leeftijd

1. discreet
2. continu
3. kan allebei

meetniveaus

Lees blz 68

Nominaal meetniveau

Ordinaal meetniveau

Interval meetniveau

Ratio meetniveau

Populatie proportie (p)

Het gedeelte van de populatie dat een bepaald kenmerk heeft

Bekend is 2,2% van alle stemgerechtigen Nederlandes lid is van een politieke partij. 

De populatieproportie is 0,022

Steekproefproportie(p^)

Het gedeelte  van de steekproef dat een bepaald kenmerk heeft. 

Van de 135 ondervraagden zijn er drie lid van een politieke partij. De steekproefproportie is                                                 

​135​​3​​≈0,022

De steekproef is representatief als de populatieproportie en de steekproefproportie ongeveer gelijk zijn

Aan de slag aan de volgende opgaven:

15, 19, 20, 22, 24