woordjes en grammatica Kapitel 8 klas 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Oefenen voor de toets Kapitel 8

vertaal : de schildpad

1. Das Schiltkröte
2. Die Schiltkrote
3. Die Schildkröte
4. Die Shildkröte

vertaal met lidwoord: de manen

vertaal met lidwoord: der Kot

vertaal met lidwoord: de spuit

1. die Spritse
2. die Spritze
3. der Spitze
4. der Schpritze

vertaal met lidwoord: de dierverzorger

das Gemüse

het spreekuur

die Zahnschmerzen

de ziekte

die Sprechstunde

de groenten

de kiespijn

die Krankheit

vertaal met lidwoord: die Schlange

vertaal: het lichaam

1. das körper
2. der Köper
3. der Korper
4. der Körper

Vervoegen werkwoorden met stam eindigen op -d/-t

Seit wann ... du?

1. reitet
2. reitest

Ihr ... aber viel!

1. chattest
2. chattet

Warum ... er nicht?

1. antwortet
2. antwortest

Tim und Laura ... nicht mehr mit mir.

1. reden
2. redet

reden
... du gern über Geld?

antworten
Ich ... immer schnell im Chat.

reiten
Meine Schwester ... ein braunes Pony.

Sleep de juiste vervoegingen naar de persoonlijke voornaamwoorden.

Plaats de volgende 7 woorden in de juiste vak.

ich

du

er

wir

ihr

Sie

arbeite

findet

heiraten

chattest

reitet

warten

wartest

Wat is de juiste vorm?
Ich [arbeiten] in einem Supermarkt.

1. arbeite
2. arbeitee
3. arbeitest
4. arbeit

Vervoeg het werkwoord.
Wir (antworten) immer, wenn unser Lehrer etwas fragt.

Vervoeg het werkwoord.
Wo (reiten) er eigentlich?