H/V Week 15

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Planung
Ziele
Check
Wiederholung letzte Stunde
Je weet welke voorzetsels er bij de vierde naamval horen. 
Je kent de persoonlijk voornaamwoorden van de vierde naamval en kunt deze toepassen. 
WRTS + Arbeiten an der Wochenaufgabe 
Je kent de woordjes van Wörterliste D/F
Je kunt vragen stellen over de opdrachten van week 15
Wochenaufgabe Woche 15
Je weet wat je moet maken en leren voor week 15.
Ziele kontrollieren
Je kunt inschatten of je de doelen hebt behaald. 
Woche 15
- Buch (zu)
- Chromebook (zu)
- Kugelschreiber (pen)
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Planung
Ziele
Check
Wiederholung letzte Stunde
Je weet welke voorzetsels er bij de vierde naamval horen. 
Je kent de persoonlijk voornaamwoorden van de vierde naamval en kunt deze toepassen. 
WRTS + Arbeiten an der Wochenaufgabe 
Je kent de woordjes van Wörterliste D/F
Je kunt vragen stellen over de opdrachten van week 15
Wochenaufgabe Woche 15
Je weet wat je moet maken en leren voor week 15.
Ziele kontrollieren
Je kunt inschatten of je de doelen hebt behaald. 
Woche 15
- Buch (zu)
- Chromebook (zu)
- Kugelschreiber (pen)

Slide 1 - Diapositive

Welke persoonlijk voornaamwoorden van de eerste naamval ken je?

Slide 2 - Carte mentale

Welke persoonlijk voornaamwoorden van de vierde naamval ken je?

Slide 3 - Carte mentale

Welke voorzetsels van de vierde naamval ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Kannst du etwas für _______(mij) tun?
Wat is het voorzetsel in de zin?
A
mij
B
du
C
etwas
D
für

Slide 5 - Quiz

Kannst du etwas für _______(mij) tun?
Welke uitspraak is juist?
A
Du staat in de 4e naamval. Mij staat in de 1e naamval.
B
Du en mij staan allebei in de 1e naamval.
C
Du staat in de 1e naamval. Mij staat in de 4e naamval.
D
Du en mij staan allebei in de 4e naamval.

Slide 6 - Quiz

Kannst du etwas für _______(mij) tun?
Wat is de juiste vertaling van mij in deze zin?
A
ich
B
mir
C
mich
D
mei

Slide 7 - Quiz

WRTS + Arbeiten an der Wochenaufgabe
Was: Woche 15 (online opdrachten + 2 lijsten op WRTS)
Wer: allein 
Wie: erste 5 Minuten still
Fertig: Wochenaufgabe Woche 14/16


timer
5:00
Grammatik Seite 16/42
Samen opdracht maken + extra uitleg:
Aufgabe 7, Seite 16

Slide 8 - Diapositive

Wochenaufgabe Woche 15
Maakwerk: C + D (online planning week 15)
Leerwerk: Wörterliste D/F,  Seite 39 
                      Grammatik C,  Seite 42 (2 lijsten WRTS week 15)

Controle maakwerk: Niet meer iedere les. 
Controle leerwerk: Iedere les WRTS zonder boek 
WRTS onvoldoende / niet af = verplicht flexuur op vrijdag


13:50 - 14:20 uur lokaal 324 
14:25 - 15:25 uur
lokaal 113

Slide 9 - Diapositive

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Haben wir die Ziele erreicht?
Planung
Ziele
Check
Wiederholung letzte Stunde
Je weet welke voorzetsels er bij de vierde naamval horen. 
Je kent de persoonlijk voornaamwoorden van de vierde naamval en kunt deze toepassen. 
WRTS + Arbeiten an der Wochenaufgabe 
Je kent de woordjes van Wörterliste D/F
Je kunt vragen stellen over de opdrachten van week 15
Wochenaufgabe Woche 15
Je weet wat je moet maken en leren voor week 15.
Ziele kontrollieren
Je kunt inschatten of je de doelen hebt behaald. 

Slide 10 - Diapositive

Lesefertigkeit üben
Was: Aufgabe 4
Wo: Seite 14-15 im Buch
Wer: allein 
Wie: still
Fertig: zusammen kontrollieren
Früher fertig: Arbeiten an der Wochenaufgabe


timer
10:00
Wörterliste B, Seite 38

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Ziele erreicht
Je kunt een korte Duitse tekst begrijpen die visueel ondersteund wordt. 
Je kunt vertellen hoe het Duitse schoolsysteem in elkaar zit. 

Slide 13 - Diapositive

Aantal goede antwoorden
Aufgabe 4b
010

Slide 14 - Sondage

Noem een verschil tussen het Nederlandse en het Duitse schoolsysteem.

Slide 15 - Question ouverte

Wochenaufgabe Woche 15
Maakwerk: C + D (online planning week 15)
Leerwerk: Wörterliste D/F,  Seite 39 
                      Grammatik C,  Seite 42 (2 lijsten WRTS week 15)

Controle maakwerk: Niet meer iedere les. 
Controle leerwerk: Iedere les WRTS zonder boek 
WRTS onvoldoende / niet af = verplicht flexuur op vrijdag


13:50 - 14:20 uur lokaal 324 
14:25 - 15:25 uur
lokaal 113

Slide 16 - Diapositive

Geef je antwoord in het Duits
Schule

Slide 17 - Carte mentale

Hoe bevalt LessonUp tot nu toe?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage