Thema 2 les 11

Les 11
Werkwoorden in de verleden tijd. 
Stam eindigt op d
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 11
Werkwoorden in de verleden tijd. 
Stam eindigt op d

Slide 1 - Diapositive

stappen voor de v.t. 
stap 1--> haal de en van werkwoord af
stap 2--> laatste letter? 't kofschip
stap 3--> schijf de ik vorm + te(n) of de(n)
stap 4--> check enkelvoud of meervoud

Slide 2 - Diapositive

Hij (fietsen) naar school

Slide 3 - Question ouverte

De schoonmaker (schobben) de vloer.

Slide 4 - Question ouverte

Wat valt je op?
bloeden
melden
leiden
redden
baden
bereiden
antwoorden

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De vinger (bloeden) heel hard. 
Werkwoorden met een d in het midden. 

In verledentijd altijd achter de ik vorm 
de (n)
Dus dubbel d
Voorbeeld: 
Ik (melden) mij bij de directeur. 

Slide 7 - Diapositive

De vinger (bloeden) heel hard.

Slide 8 - Question ouverte

De kinderen (beantwoorden) de vraag.

Slide 9 - Question ouverte

Het meisje (redden) het katje.

Slide 10 - Question ouverte

Mama (kleden) zich om.

Slide 11 - Question ouverte

Dictee
Pak je dictee schrift. 

Slide 12 - Diapositive

Kijk de woorden na. 
Als je klaar bent ga je stillezen. 
Juf komt langs voor feedback. 

Slide 13 - Diapositive