Kortingen in de Retail

Welkom 
Rekenen in de Retail
Kortingen in de Retail
S. Macit
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
rekenen in de retailMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom 
Rekenen in de Retail
Kortingen in de Retail
S. Macit

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kortingen
formule: BEDRAG : 100 x PROCENT = KORTING

Een elektrische fiets kost 1350 euro
Je krijgt 10% korting.
Nieuwe prijs?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe prijs?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Korting
Eline koopt een jas van 150 ,- met 30% korting.
Hoeveel moet Eline betalen?

Formule: BEDRAG : 100 x PROCENT = KORTING (bedrag gedeeld door 100 en daarna keer de procenten korting)
150 : 100 = 1,50 x 30 = € 45 ,-

 Nieuwe prijs is dus 150 - 45 = € 105 ,-

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kortingen
formule: BEDRAG : 100 x PROCENT = KORTING

Een tv kost 550 euro.
Je krijgt 20% korting.
Nieuwe prijs?


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kortingen
Een tv kost 550 euro en je krijgt 20% korting.
Formule:  BEDRAG : 100 x PROCENT = KORTING
Korting: 550 : 100 x 20 = 110 euro
Nieuwe prijs: 550 - 110 = 440 euro

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kortingen
Een elektrische fiets kost 1350 euro en je krijgt 10% korting. formule:   BEDRAG : 100 x PROCENT = KORTING
Korting 1350 : 100 x 10 = 135
Nieuwe prijs 1350 - 135 = 1215 euro

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Korting betekent dus....
A
minder betalen
B
meer betalen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een horloge kost€150.Je krijgt 70% korting.Hoeveel korting krijg je?
A
105
B
80
C
130
D
145

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel korting krijg ik als ik
30% korting op een broek van € 97,50
A
€ 22,50
B
€ 29,25
C
€ 28,75
D
€ 25,25

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de korting?
A
59 x 15
B
59 x 100 x 15
C
59 : 100
D
59 : 100 x 15

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Korting, betekent dat je de korting van de prijs af haalt?
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik moet € 398,- betalen. Ik krijg 10% korting.
De korting is:
A
€ 398,-
B
€ 3,98
C
€ 0,39
D
€ 39,80

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


12 % korting kan soms betekenen dat je
€ 12,00 korting krijgt.

A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

terug grijpen naar begrip les breuken (1/20 < 1/10, maar 20% > 10%)


Korting, betekent dat je de korting van de prijs af haalt?
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de korting?
A
59 x 15
B
59 x 100 x 15
C
59 : 100
D
59 : 100 x 15

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel korting krijg ik als ik
30% korting op een broek van € 97,50
A
€ 22,50
B
€ 29,25
C
€ 28,75
D
€ 25,25

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een horloge kost€150.Je krijgt 70% korting.Hoeveel korting krijg je?
A
105
B
80
C
130
D
145

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Korting betekent dus....
A
minder betalen
B
meer betalen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions