Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
F2.3A Rekenen - Tijd: kalender en agenda
Kalender en agenda
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Wiskunde
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Kalender en agenda
Slide 1 - Diapositive
Gebruik jij een agenda?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Waarom is een agenda handig?
Slide 3 - Carte mentale
Welke soorten agenda's of kalenders ken jij?
Slide 4 - Carte mentale
Wat is belangrijk om te weten / kennen voordat je gaat werken met een agenda / kalender?
Slide 5 - Carte mentale
Zet de maanden in de goede volgorde
maand 1
maand 2
maand 3
maand 4
maand 5
maand 6
maand 7
maand 8
maand 9
maand 10
maand 11
maand 12
maart
december
januari
oktober
februari
juni
mei
september
november
april
augustus
juli
Slide 6 - Question de remorquage
Sommige kalenders kun je maar 1 jaar gebruiken. Andere kalenders gebruik je meerdere jaren.
Kijk bij de volgende vragen of het een eenjarige kalender is of meerder jarig.
Probeer in 1x het goede antwoord te geven
Slide 7 - Diapositive
Welke kalender kun je meerdere jaren achter elkaar gebruiken?
A
Jaarkalender van school
B
verjaardagskalender
C
de kalender met alle afspraken van het gezin
D
een scheurkalender
Slide 8 - Quiz
Wat is dit?
A
verjaardagskalender
B
Agenda
Slide 9 - Quiz
Kun je deze 1 jaar of meerdere jaren
achter elkaar gebruiken?
A
1 jaar
B
Meerdere jaren
Slide 10 - Quiz
Wat is dit?
A
verjaardagskalender
B
agenda
Slide 11 - Quiz
Kun je deze 1 jaar of meerdere
jaren achter elkaar gebruiken?
A
1 jaar
B
meerdere jaren
Slide 12 - Quiz
Hoe zat dit ook alweer?
Slide 13 - Diapositive
Hoeveel dagen heeft de maand januari?
A
30
B
31
Slide 14 - Quiz
Hoeveel dagen heeft de maand mei?
A
30
B
31
Slide 15 - Quiz
Hoeveel dagen heeft de maand september?
A
30
B
31
Slide 16 - Quiz
Hoeveel dagen heeft de maand december?
A
30
B
31
Slide 17 - Quiz
Wat is er aan de hand met het aantal dagen van de maand februari? Leg uit!
Slide 18 - Question ouverte
Hoeveel seizoenen heeft een jaar?
A
3 seizoenen
B
12 seizoenen
C
52 seizoenen
D
4 seizoenen
Slide 19 - Quiz
Welke 4 seizoenen zijn er in 1 jaar?
Slide 20 - Question ouverte
Welk seizoen is het nu?
Slide 21 - Question ouverte
Waar denk je aan bij het woord
ZOMER
Slide 22 - Carte mentale
Welke maanden horen bij de zomer?
A
januari, februari en maart
B
april en mei
C
juni, juli en augustus
D
november en december
Slide 23 - Quiz
Waar denk je aan bij het woord
HERFST
Slide 24 - Carte mentale
Welke maanden horen bij de Herfst?
A
januari en februari
B
maart, april, mei
C
september, oktober en november
D
juni en juli
Slide 25 - Quiz
Hoeveel dagen heeft een jaar?
A
1000 dagen
B
365 dagen
C
370
D
435 dagen
Slide 26 - Quiz
Hoeveel weken heeft een jaar
A
365 weken
B
12 weken
C
52 weken
D
4 weken
Slide 27 - Quiz
Maandag is het 6 januari.
Welke datum is het
volgende week maandag?
A
dinsdag 7 januari
B
maandag 16 januari
C
zondag 12 januari
D
maandag 13 januari
Slide 28 - Quiz
Het is vandaag dinsdag.
Welke dag is het overmorgen?
A
Woensdag
B
maandag
C
Donderdag
D
Vrijdag
Slide 29 - Quiz
Het is vandaag woensdag. Welke dag was het gisteren?
A
Dinsdag
B
maandag
C
Donderdag
D
Vrijdag
Slide 30 - Quiz
Het is vandaag zondag. Welke dag is het over precies 1 week?
A
Zaterdag
B
Vrijdag
C
Zondag
D
Donderdag
Slide 31 - Quiz
Het was gisteren dinsdag. Welke dag is het overmorgen?
A
Dinsdag
B
maandag
C
Donderdag
D
Vrijdag
Slide 32 - Quiz
Als je een abonnement neemt op een maandblad, hoe vaak krijg je dat dan in een jaar?
A
4x
B
12x
C
1x
D
52x
Slide 33 - Quiz
Frank is jarig op 15.05
Welke maand wordt hier bedoeld?
A
15 mei
B
15 juni
C
15 april
D
15 juli
Slide 34 - Quiz
Petra is jarig op 17.12.
Welke maand wordt hier bedoeld?
A
17 november
B
17 december
C
17 augustus
D
17 januari
Slide 35 - Quiz
Hoe kun je de geboorte-
datum van Felix ook op-
schrijven?
A
07.06.2021
B
07.08.2021
C
07.07.2021
D
07.09.2021
Slide 36 - Quiz
Het is 30 maart. Hoe
lang is de melk nog
goed?
A
nog 2 dagen
B
Is al 2 dagen over datum
C
nog 20 dagen
D
nog 30 dagen
Slide 37 - Quiz
Werkblad
Je gaat nu aan de slag met het werkboekje, plannen & organiseren!
Succes
Slide 38 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Hoofdstuk 6 - De kalender
Février 2024
- Leçon avec
42 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Hoofdstuk 6 - De kalender
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Hoofdstuk 6 - De kalender
Juin 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
F2.3A Rekenen - Tijd: kalender en agenda
Juin 2020
- Leçon avec
22 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
kalender
Mars 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 5-8
kalender
Mars 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 5-8
kalender
Décembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 5-8
Week 1 les 3 en 4 thuisonderwijs
Juillet 2024
- Leçon avec
46 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 5-8