Hoofdstuk 6 - De kalender

H6 - De kalender
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H6 - De kalender

Slide 1 - Diapositive

Wat is dit?

A
verjaardagskalender
B
Agenda

Slide 2 - Quiz

Kun je deze 1 jaar of meerdere jaren
achter elkaar gebruiken?

A
1 jaar
B
Meerdere jaren

Slide 3 - Quiz

Wat is dit?

A
verjaardagskalender
B
agenda

Slide 4 - Quiz

Oh ja.....zo zat dat !!!

Slide 5 - Diapositive

1 ETMAAL =
A
20 uur
B
22 uur
C
24 uur
D
19 uur

Slide 6 - Quiz


Hoeveel dagen zitten er in 1 week?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 7 - Quiz

Maandag is het 6 januari.
Welke datum is het
volgende week maandag?
A
dinsdag 7 januari
B
maandag 16 januari
C
zondag 12 januari
D
maandag 13 januari

Slide 8 - Quiz

1 MAAND =
A
2 weken
B
4 weken
C
5 weken
D
3 weken

Slide 9 - Quiz


Hoeveel maanden zitten er in 1 jaar?
A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive


Welke maand komt voor november?
A
augustus
B
september
C
oktober
D
december

Slide 12 - Quiz


Welke maand komt na november?
A
augustus
B
september
C
oktober
D
december

Slide 13 - Quiz

Zet de maanden in de goede volgorde
maand 1
maand 2
maand 3
maand 4
maand 5
maand 6
maand 7
maand 8
maand 9
maand 10
maand 11
maand 12

maart

december

januari

oktober

februari

juni

mei

september

november

april

augustus

juli

Slide 14 - Question de remorquage

Hoe zat dit ook alweer?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Hoeveel seizoenen heeft een jaar?
A
3 seizoenen
B
12 seizoenen
C
52 seizoenen
D
4 seizoenen

Slide 17 - Quiz

Welke 4 seizoenen zijn er in 1 jaar?

Slide 18 - Question ouverte

Hoeveel dagen heeft een jaar?
A
1000 dagen
B
365 dagen
C
370
D
435 dagen

Slide 19 - Quiz

Hoeveel weken heeft een jaar
A
365 weken
B
12 weken
C
52 weken
D
4 weken

Slide 20 - Quiz

Het is vandaag dinsdag.
Welke dag is het overmorgen?
A
Woensdag
B
maandag
C
Donderdag
D
Vrijdag

Slide 21 - Quiz

Het is vandaag woensdag. Welke dag was het gisteren?
A
Dinsdag
B
maandag
C
Donderdag
D
Vrijdag

Slide 22 - Quiz

Het is vandaag zondag. Welke dag is het over precies 1 week?
A
Zaterdag
B
Vrijdag
C
Zondag
D
Donderdag

Slide 23 - Quiz

Het was gisteren dinsdag. Welke dag is het overmorgen?
A
Dinsdag
B
maandag
C
Donderdag
D
Vrijdag

Slide 24 - Quiz

Als je een abonnement neemt op een maandblad, hoe vaak krijg je dat dan in een jaar?
A
4x
B
12x
C
1x
D
52x

Slide 25 - Quiz

Frank is jarig op 15.05
Welke maand wordt hier bedoeld?
A
15 mei
B
15 juni
C
15 april
D
15 juli

Slide 26 - Quiz

Petra is jarig op 17.12.
Welke maand wordt hier bedoeld?
A
17 november
B
17 december
C
17 augustus
D
17 januari

Slide 27 - Quiz

Hoe kun je de geboorte-
datum van Felix ook op-
schrijven?
A
07.06.2021
B
07.08.2021
C
07.07.2021
D
07.09.2021

Slide 28 - Quiz

Het is 26 april. Hoe
lang is de melk nog
goed?
A
nog 2 dagen
B
Is al 2 dagen over datum
C
nog 20 dagen
D
nog 30 dagen

Slide 29 - Quiz

aan de gang!
We maken samen blz. 211 tot en met 219

opdrachten 2 tot en met 9

Slide 30 - Diapositive