H7 Taalverzorging 7.2

H7 Taalverzorging 7.2
Spelling
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NedMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

H7 Taalverzorging 7.2
Spelling

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn lettergrepen?
A
aantal letters in een woord. "kapot" heeft 5 lettergrepen
B
aantal delen in een woord "ka-pot" heeft 2 lettergrepen

Slide 2 - Quiz

Uit hoeveel lettergrepen bestaat het woord voetbalschoen?

Slide 3 - Question ouverte

AFBREEK REGEL toepassen:

Het woord 'kroketten' moet afgebroken worden aan het eind van een regel
A
ik lust graag krok- etten
B
Ik lust graag krokett- en
C
ik lust graag kro- ketten
D
Ik lust graag kroke -tten

Slide 4 - Quiz

Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
stoelpoot

Slide 5 - Question ouverte

Een afbreekstreepje tussen twee lettergrepen
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
bakken

Slide 6 - Question ouverte

Persoonsvorm en voltooid deelwoord

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn de werkwoordsvormen?
A
persoonsvorm, infinitief en voltooid deelwoord
B
zww, hww en kww
C
tegenwoordige, verleden en voltooide tijd

Slide 8 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):



ik of jij erachter
ik-vorm 
ik word, vind jij
enkelvoud: jij/hij/zij/het
ik-vorm + t
jij wordt, zij vindt
meervoud:
wij/zij/jullie
hele werkwoord
wij vinden, jullie worden 

Slide 9 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 10 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij vindt
B
hij vind

Slide 11 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 12 - Diapositive

Persoonsvorm verleden tijd
A
Vorig jaar VERHUISDEN we naar de Reeshof.
B
Vorig jaar VERHUISTEN we naar de Reeshof.

Slide 13 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis gisteren.

Slide 14 - Quiz

Meervoud znw

Slide 15 - Diapositive

Meervouds-n bij verwijzing

Slide 16 - Diapositive

Weektaak
Paragraaf 7.2
Opdrachten 14 t/m 22

Slide 17 - Diapositive