Srebrenica vwo 3 les 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

WELKOM

3 Kader

Welkom

Srebrenica

Schrijf drie feiten op die je nog weet over de lessenserie Koude Oorlog

Lesdoelen

1. Je kunt de voorgeschiedenis van Joegoslavië begrijpen, inclusief de rol van Tito, de etnische diversiteit en de politieke spanningen die hebben geleid tot het uiteenvallen van het land.

2. Je kunt de belangrijkste gebeurtenissen en factoren identificeren die hebben bijgedragen aan de Bosnische Oorlog, inclusief de onafhankelijkheidsverklaringen en de etnische spanningen.

Je schrijft mee tijdens de uitleg en de filmpjes

NA WOII

• communistisch Joegoslavië

• Dictator Tito
  
• Bepaalt met harde hand wat er gebeurd in het land.
• Etnische verdeeldheid drukt hij de kop in.
• Als Tito overlijdt (1980) wil iedere groep graag de leiding overnemen. Veel onrust.
• Na 1991 (uiteenvallen SU) verergert dit.
  

Bevolkingsgroepen in voormalig Joegoslavië

• 7 buurlanden
  
• 6 republieken
  
• 5 nationaliteiten
  
• 4 talen
  
• 3 religies
  
• 2 soorten schrift
  
• 1 doel

Etnische verdeeldheid

1. Serviërs: Grootste etnische groep in Joegoslavië - voornamelijk geconcentreerd in Servië en delen van Bosnië en Herzegovina, Kroatië en Montenegro.

2. Kroaten: Vormden ook aanzienlijk deel van  bevolking  woonden vooral in Kroatië - delen van Bosnië en Herzegovina.

3. Bosniakken: Bosnische moslims grootste etnische groep in Bosnië en Herzegovina.

4. Slovenen: Waren geconcentreerd in Slovenië..

5. Montenegrijnen: Die waren gevestigd in Montenegro.

6. Macedoniërs: Woonden voornamelijk in de deelrepubliek Macedonië (nu Noord-Macedonië).

Naast deze grote etnische groepen waren er ook kleinere minderheden, zoals de Albanezen, Hongaren, Roma en anderen, die verspreid over verschillende delen van Joegoslavië woonden.

Welke etnische groepen leefden er in voormalig Joegoslavië?

Op welke manier slaagde Tito er in om zoveel verschillende bevolkingsgroepen in een land te laten leven?

Etnische spanningen gaan ver terug

1. Ottomaanse overheersing: Duurde van de 14e tot de 19e eeuw; verschillende etnische groepen in de regio werden onder hetzelfde gezag gebracht. Dit leidde tot spanningen tussen de islamitische overheersers en de christelijke bevolking van de Balkan, waaronder Serviërs en Kroaten.

2. Habsburgse overheersing: Tegelijkertijd was een ander deel van de Balkan onder Habsburgse invloed – dit was een andere (christelijk-humaan) politieke en culturele invloed. In die gebieden was het relatief stabiel, maar er waren wel spanningen tussen Kroaten en Serviërs.

Etnische spanningen gaan ver terug

3. Nationalisme: Tegen het einde van de 19e eeuw begonnen nationalistische bewegingen op te komen in de Balkan. Zij wilden zelfbeschikking – onafhankelijke staten gebaseerd op etnische grenzen. Dit leidde tot toenemende spanningen omdat elke etnische groep zijn eigen territoriale aanspraken maakte.

4. Wereldoorlogen en het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk: Het letterlijke startschot van WOI werd gegeven door een Servische nationalist – Gavrilo Princip. De beide wereldoorlogen zorgden ervoor dat de grenzen en politieke structuren veranderden. Door het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk na WOI ontstonden er nieuwe spanningen en conflicten tussen verschillende etnische groepen.

Noem de vier oorzaken voor de etnische spanningen in voormalig Joegoslavië.

Einde van het communisme

vanaf 1989

16 november 1989: communistische leider van Bulgarije wordt afgezet

28 november 1989: communistische partij van Tjecho-Slowakije staat macht af

25 december 1989: communistische leider Roemenië wordt terechtgesteld

april 1990: vrije verkiezingen in delen van Joegoslavië

Nieuwe landen en grenzen

vanaf 1990

Door de val van het communisme en de Sovjet-Unie veranderen de grenzen enorm. Landen vallen uit elkaar (Tsjecho-Slowakije) of komen juist weer samen (Duitsland). Aan het eind van de 20e eeuw ziet de kaart van Europa er heel anders uit dan aan het begin.

Verdere ontwikkelingen in Joegoslavië

1991: Onafhankelijkheid van Slovenië en Kroatië: In juni 1991 verklaarden beide landen zich onafhankelijk. Dit leidde tot gewapende conflicten tussen de Sloveense en Kroatische separatisten en het Joegoslavische leger.

1992: Onafhankelijkheid van Bosnië en Herzegovina: In maart 1992 verklaarden beide landen zich onafhankelijk wat leidde tot een bloedige oorlog.

Schrijf drie dingen op die je vandaag hebt geleerd.

Uitleg opdrachten

Heb je nog tips voor mij?

Welke dingen vond je interessant en waarom vind je dat?