4.4 Het oude regime

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Paragraaf 4.4 Het oude regime

Planning

• Herhaling vorige les
• Uitleg 4.4
• Verder met PO

Lodewijk XIV had alle macht in Frankrijk. Welk begrip hoort hierbij?

Hoe noemen we de periode waarin filosofen kritisch naar de manier van regeren gingen kijken?

Waar werden de verlichtingsideeën verspreid?

1. Achtertuinen
2. Salons
3. Slaapkamers
4. Keukens

Het Ancien Régime

• Lodewijk XIV, XV en XVI hadden alle macht, volgens hun gekregen van God
• Ancien Régime (oude bewind)
• Standenmaatschappij

1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Burgerij  

De eerste stand

• Geestelijkheid --> werken voor de katholieke kerk
• Van dorpspriester tot bisschop
• 10% van het land, geen belasting
• Taak: zielzorg
• Hielden zich vaak met andere zaken bezig
• Veel kritiek van burgerij 

De tweede stand

• Adel
• Baron, graaf, hertog
•  Functies in het leger, bestuur en rechtspraak 
• Veel land in bezit, betaalden geen belasting
• Vroeger meer macht, nu vooral koning

De derde stand

• Iedereen die niet bij de 1e of 2e stand zat
• Van arme boer tot rijke koopman
• Heel ontevreden, niets te vertellen + betaalden veel belasting 

Boeren hebben het extra zwaar

• Grond in bezit van rijke landeigenaren
• Deel van oogst betalen --> pacht
• Per persoon belasting + grondbelasting + zoutbelasting 

Alle klachten worden verzameld

• Lodewijk XIV + Marie Antoinette hadden het zwaar
• Enorme staatsschuld + haat van de bevolking
•  1789 --> Lodewijk roept Staten Generaal bijeen

Belangrijke datums

Donderdag 10 juni: Repetitie H4 (paragraaf 4.2 t/m 4.6)

Donderdag 17 juni: Inleveren praktische opdracht H4

Nog steeds in 2 groepen? Dan heeft de groep die op 17 juni op school is de Repetitie van H4 (pas op, dan staat er ook een SO)

Huiswerk

• Schema/mindmap nog niet af? Die afmaken
• Maak opdracht  52 t/m 58, 61, 63 t/m 68
• Beantwoord de deelvraag in je document in classroom --> zie studiewijzer