Fictie - 3 vwo

Welkom
  • Lezen 
  • Fictie
  • Opdracht fictie wanneer
  • Theorie fictie
  • Zelfstandig werken
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
  • Lezen 
  • Fictie
  • Opdracht fictie wanneer
  • Theorie fictie
  • Zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Wat voor boek?
  • lezenvoordelijst.nl 
  • Leeftijdscategorie 12 t/m 15:
    vanaf niveau 3 

  • Leeftijdscategorie 15 t/m 18:
    alle niveaus 

  • Nederlandse schrijver 

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Smaak en smaakontwikkeling
  • Je leeservaring
  • Je leesvaardigheid
  • Je veranderde kennis en interesse
  • Je leeftijd
  • Je levenservaring

Slide 4 - Diapositive

Bedoeling van fictie
  • Meeleven met personages
  • Nadenken over de wereld/ zichzelf
  • Nadenken over het onderwerp
  • Genieten van de schrijfstijl
  • Ontspanning

Slide 5 - Diapositive

Kwaliteit van fictie
  • Vernieuwend
  • Doordachte opbouw
  • Karakters goed beschreven
  • Goede schrijfstijl
  • Bekende uitgeverij

Slide 6 - Diapositive

1. Thriller
Een spannend verhaal waarin de hoofdpersoon in een levensbedreigende situatie terechtkomt. 


Slide 7 - Diapositive

2. Fantasy
Een verhaal met fantasiewezens in een fantasiewereld.

Slide 8 - Diapositive

3. Dystopische roman
Een verhaal over een wereld die door rampen of dictatuur bijna niet meer leefbaar is.

- toekomst

- dystopie vs. utopie

Slide 9 - Diapositive

Ontwikkelingsroman
Een verhaal over het volwassen worden van een (jonge) hoofdpersoon.

- coming of age

Slide 10 - Diapositive

Psychologische roman
Een verhaal waarin de nadruk ligt op de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon (meer dan op de gebeurtenissen).

Slide 11 - Diapositive

Reisverhaal
Een verhaal waarin een verslag wordt gegeven van een reis.
- vaak non-fictie

Slide 12 - Diapositive

Leeservaring omschrijven
Je hebt weleens je leeservaring moeten omschrijven (= mening over een boek of verhaal). 

Daarbij gebruik je:

1. Emotieve argumenten
2. Realistische argumenten
3. Morele argumenten

Slide 13 - Diapositive

  Emotieve argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (emotie).

maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend

Slide 14 - Diapositive

Realistische argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven in hoeverre jij een verhaal realistisch vindt .

geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel 

Slide 15 - Diapositive

 Morele argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen.

keur ik af - belangrijk - rechtvaardig - lomp

Slide 16 - Diapositive

Personages
Hoofd- en bijpersonen

Hoofdpersonen
  • - draait het verhaal om
  • - soms meerdere personen
  • - vaak doel of opdracht

Slide 17 - Diapositive

Personages
Hoofd- en bijpersonen

Bijpersonen
  • - helpers van de hoofdpersonen
  • - soms tegenstander, maar hoeft dus niet

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Medespelers en figuranten
Bijfiguren kun je onderverdelen in medespelers en figuranten.

  • Medespelers
Medespelers spelen een rol in het verhaal, maar minder groot dan die van de hoofdpersoon.
  • Figuranten 
Figuranten komen enkel voorbij, worden enkel genoemd in het verhaal, maar spelen geen rol in het verhaal.
.

Slide 20 - Diapositive

Personages
beschrijven

  • - uiterlijk
  • - kenmerken
  • eigenschappen

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Personages
leren kennen

- Direct(rechtstreeks)
- Indirect (je moet het zelf afleiden van wat er in de tekst staat)


Slide 24 - Diapositive

Personages


- Ontwikkeling

Slide 25 - Diapositive

Sociogram
Een sociogram is een grafische weergave van de relaties tussen personages. In een sociogram kun je niet alleen (laten) zien dat er relaties tussen personages bestaan, maar ook welke relaties bestaan. Dat kun je laten zien door het gebruik van:
  • pijlen en lijnen
  • symbolen
  • kleuren
  • tekeningetjes
  • steekwoorden

Slide 26 - Diapositive

Maak een sociogram
Een sociogram is een schema waarin je alle personages in hun relatie tot de andere personages laat zien. Als je in een zoekmachine 'sociogram' intypt en zoekt naar afbeeldingen, kun je veel verschillende voorbeelden zien. 
Maak nu eens een sociogram van de personages uit het boek dat jij gelezen hebt. Wees zo volledig mogelijk.   
Lever een foto of een bestand in via Teams.

Slide 27 - Diapositive