Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Fictie - personages en argumenten
Fictie
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Fictie
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
- Je kunt personages en hun ontwikkeling beschrijven;
- Je kunt realistische, emotieve en morele argumenten onderscheiden;
- Je kunt je mening onderbouwen met bovenstaande argumten.
Slide 2 - Diapositive
Personages
Slide 3 - Carte mentale
Personages
Over een hoofdpersoon kom je te weten:
- wat hij denkt en voelt;
- wat zijn karaktereigenschappen zijn;
- hoe hij eruitziet;
- waar, hoe en met wie hij woont.
Slide 4 - Diapositive
Hoofdpersoon
- Meer karaktereigenschappen waardoor ze niet telkens op dezelfde manier reageren.
- Vaak veranderen ze door de gebeurtenissen, ze maken een karakterontwikkeling door.
- Round character
Slide 5 - Diapositive
Bijpersonen
- Veel minder informatie;
- meestal geen gedachten en gevoelens;
- veranderen niet en reageren vaak voorspelbaar;
- flat characters.
Slide 6 - Diapositive
Wat hoort niet bij een round character?
A
Karakterontwikkeling
B
Je leest wat hij denkt en voelt.
C
Bijpersoon
D
Waar, hoe en met wie hij woont
Slide 7 - Quiz
Soorten argumenten
Je hebt al diverse malen je mening over een boek moeten geven. We gaan wat dieper hierop in, door te kijken wat voor soorten argumenten er zijn:
1
Emotieve argumenten
2
Realistische argumenten
3
Morele argumenten
Slide 8 - Diapositive
1 Emotieve argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (
emotie
)
maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend - inleven
Slide 9 - Diapositive
2 Realistische argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven in hoeverre jij een verhaal realistisch vindt .
geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel
Slide 10 - Diapositive
3 Morele argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen.
Goed voorbeeld - keur ik af - asociaal - rechtvaardig - betrokken
Slide 11 - Diapositive
Wat voor een argument is:
Het is gek dat zijn beste vriend zonder Benyamin op vakantie gaat?
A
Realistisch
B
Emotief
C
Moreel
Slide 12 - Quiz
Wat voor argument is:
Het is walgelijk zoals de roddelpers reageert op Loogman?
A
Realistisch
B
Emotief
C
Moreel
Slide 13 - Quiz
Wat voor argument is
Het is best triest dat Val Benyamin meteen inwisselt?
A
Realistisch
B
Emotief
C
Moreel
Slide 14 - Quiz
Leerdoelen
- Je kunt personages en hun ontwikkeling beschrijven;
- Je kunt realistische, emotieve en morele argumenten onderscheiden;
- Je kunt je mening onderbouwen met bovenstaande argumten.
Slide 15 - Diapositive
Wat wist je al?
Slide 16 - Question ouverte
Wat heb je geleerd?
Slide 17 - Question ouverte
Aan de slag!
Maak van parafraaf 2.1 Fictie
opd. 2, 3, 6, 9 en 10
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Ta!ent 2.1 Fictie - personages en argumenten
Septembre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Fictie - personages en argumenten
Septembre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Fictie - personages en argumenten
Avril 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Fictie - personages en argumenten
Septembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Fictie
Février 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Fictie – perspectief, genre en argumenten
Septembre 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
15/10fictie 2.1 2h personages en argumenten bij mening
Octobre 2024
- Leçon avec
50 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2-4
Fictie hoofdstuk 2
Juillet 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3