Chapitre 1 H deel 2

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Présence
tout le monde est présent?

Slide 2 - Diapositive

Programme
  • Wat hebben we vorige les gedaan?



Doel van vandaag (herhaling):
Aan het einde van paragraaf H
  • kun je je familie beschrijven
  • kun je het werkwoord avoir gebruiken 

Slide 3 - Diapositive

AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
stopwatch
00:00

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent "tu as"?
A
zij hebben
B
hij heeft
C
jij hebt
D
ik heb

Slide 5 - Quiz

Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben

Slide 6 - Quiz

Wat betekent "il a" ?
A
hij heeft
B
zij heeft
C
u heeft
D
zij hebben

Slide 7 - Quiz

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 8 - Question de remorquage

Non, j'.... un frère
A
ai
B
a
C
as
D
ont

Slide 9 - Quiz

Ils / Elles .... une grand-mère super!
A
avons
B
a
C
ont
D
avez

Slide 10 - Quiz

Tu .... une sœur?
A
ont
B
a
C
as
D
avons

Slide 11 - Quiz

J'
Tu
Il / Elle
Nous
Vous
Ils / Elles
Ai
A
Ont
Avez
As
Avons

Slide 12 - Question de remorquage

Il .... 15 ans
A
as quinze
B
a quinze
C
a quartoze
D
as quartoze

Slide 13 - Quiz

La ville .... beaucoup de magasins
A
avons
B
a
C
est
D
ont

Slide 14 - Quiz

Jaques et Françoise .... trois pommes
A
ai
B
a
C
avons
D
ont

Slide 15 - Quiz

Le chat ... mal à la patte
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 16 - Quiz

Grammaire H (avoir)
  • prenez vos livres à la page 48
  • ex 30, 31
  • klaar? maken slimstampen H

Slide 17 - Diapositive

Devoirs
jeudi 20/10
herhalen H
faire ex 31 + 32

Slide 18 - Diapositive