7.1 Spelling par 1



Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek
* kennis ophalen (theorie C7)
* theorie
* huiswerk bespreken


Lesdoel

Aan het einde
van de les:
- kan ik hoofdletters en leestekens gebruiken in een zin.



timer
10:00
Leg je schrift op tafel, open bij het huiswerk.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon



Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek
* kennis ophalen (theorie C7)
* theorie
* huiswerk bespreken


Lesdoel

Aan het einde
van de les:
- kan ik hoofdletters en leestekens gebruiken in een zin.



timer
10:00
Leg je schrift op tafel, open bij het huiswerk.

Slide 1 - Diapositive

4 vragen
goed = staan
fout = zitten

Slide 2 - Diapositive

Hoofdletters: goed of fout?
Zuid-Hollandse

goed = staan
fout = zitten

Slide 3 - Diapositive

Hoofdletters: goed of fout?
friesland

goed = staan
fout = zitten

Slide 4 - Diapositive

Leestekens: goed of fout?
Hij wil heel graag een ijsje, en een milkshake.
 
goed = staan
fout = zitten

Slide 5 - Diapositive

Leestekens: goed of fout?
Ik heb gisteren nieuwe kleren gekocht: schoenen, een rok en een groene sjaal.

goed = staan
fout = zitten

Slide 6 - Diapositive

Hoofdletters en leestekens
hoe bedoel je is toch nergens voor nodig want je snapt zo ook wel wat er bedoeld word of niet soms leestekens en alineas kosten alleen maar extra energie en die wil ik er niet aan besteden hoor scheelt alleen maar ruimte als je die ondingen niet gebruikd

Opdracht
Schrijf deze tekst over met alle hoofdletters en leestekens op de juiste plaats. Let ook op de juiste (ww-)spelling.
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Hoofdletters en leestekens
Hoe bedoel je? Dat is toch nergens voor nodig, want je snapt zo ook wel wat er bedoeld wordt of niet soms? Leestekens en alinea's kosten alleen maar extra energie en die wil ik er niet aan besteden hoor. Scheelt alleen maar ruimte als je die ondingen niet gebruikt.

Slide 8 - Diapositive

Hoofdletters en leestekens
Hoofdletters en leestekens maken een tekst beter leesbaar. Zo weet je waar een nieuwe zin begint en wat waarbij hoort.

Slide 9 - Diapositive

Wat is het verschil?
- ‘Wacht, niet doorrijden!’ 

- Wacht niet, doorrijden!

Schrijf in je schrift wat het verschil is. Daarna bespreken we dit samen.
timer
1:00

Slide 10 - Diapositive

      Hoofdletters
Je schrijft een hoofdletter:
  • aan het begin van een zin.
  • bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid.
  • bij namen.

Let op; tussenvoegsels (de, van de, etc.) schrijf je zonder hoofdletter als iemands voornaam of voorletter ervoor staat. Maar je schrijft het eerste tussenvoegsel met hoofdletter als er geen voornaam of voorletter staat.

Slide 11 - Diapositive

Leestekens
Aan het einde van een zin gebruik je een punt, een vraagteken of een uitroepteken.

Zondag vind ik een leuke dag.
Vind jij zondag ook zo'n leuke dag?
Ja! De allerleukste dag zelfs.

Slide 12 - Diapositive

Komma; hierdoor is een zin beter leesbaar
Je gebruikt een komma:
  • tussen twee persoonsvormen (pv)
Als jij naar school fietst, ga ik met de auto.
  • voor verbindingswoorden als 'maar', 'omdat', 'want' etc.,
(maar in het algemeen geen komma voor 'en' en 'of'.)
Ik vind jou leuk, omdat jij zo grappig bent. 
  • tussen de delen van een opsomming (maar niet voor 'en' en 'of')
Op school heb je Nederlands, geschiedenis en biologie op dezelfde dag.
  • tussen een naam of uitroep en de rest van een zin
Leo, niet zo hard met de deuren slaan!

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
Cursus Spelling par. 1 opdr. 1 en 2

Antwoorden nakijken

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 1

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 2

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk
Maandag 25-09:
Cursus Spelling par. 2 
lezen theorie + maken opdr. 1 en 2

(C7 par. 2 lz theorie + m. opdr. 1 en 2.)

Slide 17 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 18 - Question ouverte

Ik kan de hoofdletters en leestekens in een zin gebruiken.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 19 - Sondage

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage