MAW 5V P1 W3

MAW 5V P1 W3
§5.4: Polity:  Politieke Instituties
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

MAW 5V P1 W3
§5.4: Polity:  Politieke Instituties

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
Welkom
§5.4 Polity: Politieke instituties
Zelf werken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kent het kernconcept politieke institutie, begrijpt wat het inhoudt en kunt het herkennen in een bron. 
  • Je kent het verschil tussen formele en informele politieke instituties. 
  • Je weet welke regels horen bij de politieke institutie parlementaire democratie.
  • Je weet wat het verschil is tussen instellingen, organisaties en instituties en kunt deze toepassen.
  • Je kent de 6 voorwaarden voor een democratie. 
  • Je weet wat de politieke institutie van coalitievorming inhoudt. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.4 Polity: Politieke institutie

Slide 4 - Diapositive

Pagina 108


Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Politieke instituties
Een complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formele politieke instituties
Gaan over wetten en bepalingen die voorschrijven hoe mensen zich moeten gedragen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informele politieke instituties
Gaan over ongeschreven gedragsregels waar mensen zich uit traditie of gewoonte aan houden.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fractiediscipline
Een voorbeeld van een informele politieke institutie:
Van volksvertegenwoordigers die bij dezelfde fractie horen wordt verwacht dat zij bijna altijd voor of tegen dezelfde moties, wetten en amendementen stemmen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zes noodzakelijke politieke vereisten
  1. Gekozen volksvertegenwoordigers
  2. Vrije, eerlijke en regelmatige verkiezingen
  3. Vrijheid van meningsuiting 
  4. Toegang tot meerdere informatiebronnen
  5. Vrijheid van vereniging
  6. Inclusief burgerschap

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is Prinsjesdag?
Wat gebeurt er met Prinsjesdag?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met Prinsjesdag?
Wat gebeurt er met Prinsjesdag?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is er tot nu toe opgevallen tijdens prinsjesdag/algemene beschouwingen?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef voorbeelden van politieke instituties rondom Prinsjesdag.

Slide 14 - Carte mentale

WOORDWEB
De tekst in het gele vak middenin is simpel aan te passen door er op te klikken. Vak te klein? Simpel aan te passen door het vak wat te vergroten met de punten aan de zijkant van het vak.
2

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

30:39
Welke mensen (qua functie) staan hier op de voorste rij?
Welke mensen (qua functie) staan
hier op de voorste rij?

Slide 16 - Carte mentale

Ministers, Staatsecretarissen, Raad van State, Nationale Ombudsman en de Nationale Rekenkamer
31:17

Met welke zin start de koning zijn troonrede altijd?
Met welke zin start de koning zijn troonrede altijd?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Troonrede
In de troonrede staan de volgende zaken centraal:
1. Beschouwingen over dingen die in de afgelopen periode in Nederland en elders in de wereld zijn gebeurd.
2. Aankondigingen van plannen en maatregelen op het gebied van wetgeving en bestuur.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene beschouwingen
Direct na Prinsjesdag bespreken de fractieleiders van de politieke partijen in de Kamer de hoofdlijnen van de Miljoenennota en de rijksbegroting. Dat gebeurt tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen. In de Tweede Kamer debatteren politieke partijen bij die beschouwingen over de plannen van het kabinet. Zij doen dat vanuit hun overtuiging, hun idee over hoe de ideale samenleving eruit ziet.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Leg uit dat de Algemene Beschouwingen een politieke institutie is.
Leg uit dat de Algemene Beschouwingen een politieke institutie is.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De algemene beschouwingen zijn te koppelen aan het kernconcept ideologie

Slide 22 - Diapositive

Bespreek met de leerlingen waarom de algemene beschouwingen te koppelen zijn aan het kernconcept ideologie. 

Slide 23 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions



Wat heb je geleerd deze les?
Wat heb je geleerd deze les?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Wat vind je nog lastig?
Wat vind je nog lastig?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leerde ik dit hoofdstuk?
  • ik begrijp wat staatsvorming is
  • ik weet wat rationalisering inhoudt
  • ik kan uitleggen wat politieke socialisatie is
  • ik weet welke ideologieën er zijn
  • ik weet wat politieke instituties zijn en hoe deze werken
Leerdoelen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde van hoofdstuk 5
Politieke theorie

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Lezen §5.4: Polity: politieke institutie (LB blz. 108-111)

Maken opdrachtenboek (WB blz. 107-110):
16*, 17, 19*


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions