PTA - Module 3: Grammatica herhaling 1 + 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Module 3: Grammatica

Programma

Woensdag    - grammatica

Vrijdag            - spelling

1. Planning periode 1
2. Het fictiedossier - planning - boekenlijst
3. paragraaf 1 doornemen
4. paragraag 2 doornemen

                                       Fictie

                                         dossier

Leerdoelen!

Aan het eind van deze les:

Hebben we prargraaf 1 en 2 herhaald.

https:

1. Redekundig ontleden

• Een zin bestaat uit verschillende woorden;
• Deze woorden vormen zinsdelen;
• Deze zinsdelen kun je uit de zin halen;
• Dit noem je ontleden.....
• Doel: begrijpen wat er in de zin staat

Blz. 4 zinsdelen

Gebruik dit schema als hulpmiddel!

Je krijgt straks een korte quiz waar we de zinsdelen gaan herhalen.

Wat weten jullie nog!

Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Persoonsvorm?

1. opdagen
2. leerlingen
3. kwamen
4. uur

Persoonsvorm

Zet de zin in een andere tijd:

Veel leerlingen komen het laatste uur niet opdagen.

Zin in enkelvoud/meervoud:

De leerling kwam het laatste uur niet opdagen.

Zin vragend maken:

Kwamen veel leerlingen het laatste uur niet opdagen?

Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Onderwerp?

1. veel leerlingen
2. kwamen opdagen
3. laatste uur
4. niet

Onderwerp

Wie/wat + persoonsvorm (kwamen)

Wie kwamen het laatste uur niet opdagen?

Veel leerlingen

Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Werkwoordelijk gezegde?

1. veel leerlingen
2. kwamen opdagen
3. het laatste uur
4. niet

Werkwoordelijk gezegde

Persoonsvorm = kwamen + de andere werkwoorden

kwamen opdagen

Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Lijdend voorwerp?

1. Het laatste uur
2. Veel leerlingen
3. kwamen opdagen
4. niet

Lijdend voorwerp

vraag: Wat of wie + persoonsvorm (kwamen) + onderwerp (veel leerlingen) + ww gezegde (kwamen opdagen)

Wat kwamen veel leerlingen niet opdagen?

Het laatste uur

Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Meewerkend voorwerp?

1. niet
2. veel leerlingen
3. het laatste uur
4. geen meewerkend voorwerp aanwezig.

Meewerkend voorwerp

AAN wie of VOOR wie + pv + o + lv + gez

aan/voor wie kwamen veel leerlingen het laatste uur opdagen?

Veel leerlingen kwamen het laatste uur niet opdagen.

Bijwoordelijke bepaling?

1. niet
2. veel leerlingen
3. het laatste uur
4. geen meewerkend voorwerp aanwezig.

Bijwoordelijke bepaling

Zinsdelen die je overhoudt. 

WAAR, WANNEER EN HOE

Ook losse woorden kunnen een bijwoordelijke bepaling zijn. 

niet/ misschien/ toch/ waarheen/ waarom

AAN DE SLAG

Hoe ver zijn jullie met de opdrachten?

We lopen ze even na.

Wat moet er nog geoefend worden?

https:

0

2. Enkelvoudige en samengestelde zinnen blz. 14

Elke zin heeft een persoonsvorm. 

Een zin met 1 pv noem je een enkelvoudige zin.

Je kunt 2 enkelvoudige zinnen aan elkaar plakken

1. Dion loopt op de weg.
2. Hader loopt op de stoep.

2. Enkelvoudige en samengestelde zinnen blz. 14

Dion loopt op de straat en Hader loopt op de stoep.

Het woordje EN voegt de 2 zinnen samen = VOEGWOORD

Door de zin in een andere tijd te zetten kun je de persoonvormen vinden

Dion liep op straat en Hader liep op de stoep.

Hoofdzin en bijzin blz. 16

HUISWERK

Luisterboek of boek  kiezen voor a.s. vrijdag.

Oefenen met ontleden (Lesson Up)

Paragraaf 3: enkelvoudigr zin/ samengestelde zin maken (volgende sheet)

www.kabeveren.net

HUISWERK

Studiemeter:

Methode - ViaStarttaal Online

2F - grammatica

onderwerp/ lijdend voorwerp/ meewerkend voorwerp

zinsdelen

Nabespreking

Wat is nu REDEKUNDIG ONTLEDEN?

Hoe haal je de volgende zinsdelen uit een zin?

1. De persoonsvorm
2. Onderwerp
3. Werkwoordelijk gezegde
4. Lijdend voorwerp 
5. Meewerkend voorwerp
6. Bijwoordelijke bepaling