Hoofdstuk 5.1

Doelen van vandaag van kennen en kunnen
  • Verschil tussen grootheden en eenheden
  • Eenheden van lengte
  • Rekenen met de eenheden van lengte
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Doelen van vandaag van kennen en kunnen
  • Verschil tussen grootheden en eenheden
  • Eenheden van lengte
  • Rekenen met de eenheden van lengte

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 5 Meten
  • Wie weet wat grootheid betekent?
  • Alles wat je kunt meten, noem je grootheid.
  • Voorbeelden van grootheid zijn: lengte, oppervlakte, inhoud enz.
  • Elke grootheid heeft zijn eigen eenheden
  • Grootheid lengte meet je met meter(m), kilometer(km) ----> eenheden van lengte

Slide 2 - Diapositive

Sleep de groene woorden naar het juiste gele vlak.
Grootheid
Eenheid
liter
gewicht
km/uur
tijd
snelheid
cm

Slide 3 - Question de remorquage

5.1 Eenheden van lengte

Slide 4 - Diapositive

Zet de eenheden van de lengte op de goede volgorde, van groot naar klein.
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 5 - Question de remorquage

Wat betekent hm?
A
millimeter
B
decameter
C
hectometer
D
meter

Slide 6 - Quiz

Wat betekent dam?
A
millimeter
B
decameter
C
decimeter
D
meter

Slide 7 - Quiz

Wat betekent dm?
A
millimeter
B
decameter
C
decimeter
D
meter

Slide 8 - Quiz

Lengte eenheden ermee rekenen
Naar rechts wordt het getal steeds groter.
Voorbeeld: 1,23 m = 12,3 dm = 123 cm

Slide 9 - Diapositive

Lengte eenheden ermee rekenen
Naar links wordt het getal steeds kleiner
Voorbeeld: 100 m = 10 dam = 1 hm

Slide 10 - Diapositive

Check: neem over en vul in:
80 000 cm = .... km

Slide 11 - Question ouverte

Check: neem over en vul in
7,45 cm = ......... mm

Slide 12 - Question ouverte

Aan de slag
Maak de opgaven 3 en 6 op blz. 231 en 232 van je boek

Klaar? Als iedereen klaar is, geef ik je de
 gelegenheid om foto te maken van je werk.

Intussen kun je een boek lezen als je klaar bent.

timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Maak een foto van de gemaakte werk

Slide 14 - Question ouverte

Omtrek
  • Hoe bereken je ook weer de omtrek?
  • Tel alle zijden bij elkaar op en vergeet de eenheid niet!
  • We gaan nu naar een voorbeeld kijken.



Slide 15 - Diapositive

  • Omtrek tuin is
  • 20 + 25 + 30 + 15 + 10 + 10 
  • = 110 m
Voorbeeld: bereken omtrek tuin

Slide 16 - Diapositive

E
D
A
B
C
F
G
H
Maak nu opgave 9 op blz. 233
 
Voor 9a, kijk naar deze plaatje, voorzien van namen

timer
5:00
Klaar?
maak 12

Slide 17 - Diapositive

Opgaven 9a
Geef nu het antwoord van zijde AB

Slide 18 - Question ouverte

Opgaven 9a
Geef nu het antwoord van zijde AH

Slide 19 - Question ouverte

Opgaven 9a
Geef nu het antwoord van zijde GH

Slide 20 - Question ouverte

Opgaven 9b
Hoeveel meter is de lengte van het schrikdraad? Voer je antwoord in.

Slide 21 - Question ouverte

Aan de slag
Maak de opgaven 10 en 13 op blz. 233  en 234 van je boek

Let op, opgave 13 moet je zelf de zijde opmeten!

Dit is tevens huiswerk
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

Zijde A
B--》
C--》
  • Zijde A 70 m
  • Zijde B 
  • 80 - 30- 20
  •  = 30 m
  • Zijde C is 20 m

  • Omtrek 
  • 70 + 80 + 70 + 30 + 20
  • + 20 + 20 + 30 = 340 m

Slide 23 - Diapositive

Wat eten mensen het meest met Kerst? 
Zet de top 5 in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Konijn
Varkenshaas
Kalkoen
Gourmetten
Eend

Slide 24 - Question de remorquage

Zet in de juiste volgorde hoe teken je een driehoek abc met ab =7 hoek a=40graden en hoek b =60graden

teken de lijn AB 
Zet de letters AB bij de uiteinden van de lijn.

teken de hoeken a en b
Zet de C op het kruispunt van de lijnen

Slide 25 - Question de remorquage

Slide 26 - Diapositive