H3 Kader

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Je hebt chartaal geld en giraal geld. Wat is chartaal geld?

1. Geld in je zak
2. Geld op je rekening

Wat is giraal geld?

1. Alleen munten
2. Bankbiljetten en creditcards
3. Creditcard en pinspas
4. Munten en bankbiljetten

Wat is NIET waar over geld lenen?

1. Dat het extra geld kost
2. Dat je het terugbetaalt
3. Dat je van een bank kunt lenen
4. Dat je veel extra geld kunt uitgeven

Wat is de formule voor het berekenen van het rente percentage?

1. Rente : totaal x 100%
2. Rente x totaal : 100%
3. Totaal : rente x 100%
4. Totaal x rente : 100%

Hoe bereken je de kredietkosten?

1. (aantal termijnen - termijnbedrag) x lening
2. (aantal termijnen x termijnbedrag) - lening
3. (aantal termijnen + termijnbedrag) x lening
4. (aantal termijnen : termijnbedrag) - lening

Een positief saldo noem je een... saldo

1. credit
2. debet

Als ik spaar voor een nieuwe auto, dan spaar ik voor een?

1. doel
2. voorzorg
3. rente

Tess leent €1000 en kiest voor een looptijd van 2 jaar. 

Bereken de kredietkosten. 

1. €128
2. €492
3. €2000
4. €1128

geldfuncties ?

1. rekenmiddel
2. spaarmiddel
3. ruilmiddel
4. alle drie

Wanneer je iets koopt, gebruik je geld als rekenmiddel

1. juist
2. onjuist

Indirecte ruil is

1. ruilen van goederen tegen goederen
2. ruilen van goederen tegen geld

Wat zijn de 3 geldfuncties

1. ruil, reken, leenmiddel
2. reken, uitgeef, spaarmiddel
3. ruil, reken, spaarmiddel
4. ruil, spaar, leenmiddel

Directe ruil is:

1. geld tegen een product ruilen
2. een product tegen geld ruilen
3. geld tegen geld ruilen
4. een product tegen een product ruilen

Geld lenen kost geld!!
Welk deel maakt het dat geld lenen geld kost?

1. Aflossing
2. Aflossing en rente
3. Rente

Geld is een ruilmiddel wanneer ....

1. je iets koopt
2. een rekensom maakt
3. je geld in je spaarpot doet

Tot slot ga je rente berekenen in de les
6% van 2500 =

1. 200
2. 25
3. 150
4. 125

Wat is aflossen?

1. Een manier om te kunnen werken
2. Je kunt er een huis mee huren
3. Bewaren van een deel van je inkomsten
4. Terugbetalen van geleend geld

Wat is een saldo?

1. een sprong op de trampoline
2. Het tekort op jouw bankrekening
3. Het bedrag op jouw bankrekening
4. De rente die je krijgt van jouw bank

Tess leent €3000 en kiest voor een looptijd van drie jaar. 

Bereken de kredietkosten. 

1. €97
2. €492
3. €3000
4. €3492

De wisselkoers van 1 euro t.o.v. de dollar
wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: $1,45
Je gaat op vakantie naar Amerika. Hoeveel dollar krijg je voor 300 euro?

1. $435
2. $231
3. $207
4. $390

De wisselkoers van de dollar staat op €1,21. Hoeveel euro krijg ik voor 4 dollar?

1. €2,40
2. €4,80
3. €4,44
4. €4,84

Loes heeft een debetsaldo van €50,- Ze ontvangt haar salaris van €250,- en koopt een kado voor €25,-
Wat is haar nieuwe saldo?

1. €325
2. €175
3. €200

Je hebt €1.150,- op je spaarrekening. De bank geeft 2,5% rente.
Hoeveel geld staat er na 1 jaar op je rekening?

1. € 27,88
2. €1.177,88
3. 1156,00

Hoe noem je alles wat MEER terugbetaalt dan je geleend hebt, dus de rente.

1. rente kosten
2. hypotheek
3. kredietkosten
4. leenmotieven

Mark wil graag een nieuwe telefoon kopen.
Zijn vader heeft deze maand geld tekort vanwege de aanbetaling van de vakantie.
Van welke twee leenmotieven is hier sprake?

1. tijdelijk geld tekort, onverwacht dringend geld tekort
2. tijdelijk geldtekort, aanschaf duurzaam consumptiegoed
3. onverwacht dringend geld, aanschaf duurzaam consumptiegoed
4. tijdelijk geldtekort, aanschaf huis