les 1

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
OndernemenMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Ondernemend gedrag

Slide 2 - Diapositive

1

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Ondernemerschap bestaat uit 3 dingen:
  1. Kansen zien
  2. Kansen grijpen 
  3. Waarde toevoegen 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Motieven eigen bedrijf
  • Als eigen baas kun je zelf keuzes maken:
    Waar, wanneer, wat, hoe, waarmee enz.
  • Je hebt meer vrijheid, bent onafhankelijk
  • Je denkt meer te kunnen verdienen dan in loondienst
  • Je kunt geen reguliere baan vinden
  • Je denkt het gat in de markt te hebben gevonden
  • Van je hobby je werk maken
  • Je wilt zelf iets opbouwen om trots op te zijn

Slide 7 - Diapositive

Risico's 
  • Verlies/ faillissement 
  • Aansprakelijkheidsrisico
  • Het pakken van nieuwe kansen brengt risico's met zich mee
  • Risico op schade aan je voorraad of inventaris
  • Arbeidsongeschiktheidsrisico
  • Onvoldoende vermogen opbouwen voor later

Slide 8 - Diapositive

5 Stellingen 
Je krijgt steeds per stelling
20 seconden 
de tijd

Slide 9 - Diapositive

Als ondernemer moet je geld lenen bij een bank om een eigen bedrijf te beginnen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Als ondernemer verdien je altijd meer dan in loondienst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Als ondernemer of eigenaar van een bedrijf heb je geen baas
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Als ondernemer heb je recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering als je (tijdelijk) niet meer kunt werken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Om als ondernemer succesvol te zijn is het belangrijk dat je marktgericht en flexibel bent
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

  • Ondernemer
  • iemand die met een eigen bedrijf zijn geld verdient
Werken kun je als ...
  1. werknemer (-> je werkt voor een baas)
  2. werkgever (-> je werkt als ondernemer en je bent dus eigen baas)


Slide 16 - Diapositive





  • heeft weinig invloed op de koers van het bedrijf
  • is gedeeltelijk verantwoordelijk (eigen taken)
  • werk wordt opgedragen
  • heeft werknemersrechten (loon, vakantiegeld, pensioen)



  • heeft veel invloed, leidt het bedrijf
  • verantwoordelijk voor alle taken
  • bepaalt zelf de werkzaamheden
  • draagt zelf risico, heeft geen rechten.
  • Inkomen afhankelijk van bedrijfsresultaat, geen pensioen
Werknemer
Ondernemer

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

In dit model staat de ondernemer centraal: de ondernemer als persoon is het vertrekpunt. Het gaat erom wie hij/zij is, wat zijn de sterke en minder sterke eigenschappen.
Product
Welk product biedt de ondernemer aan? Producten kunnen goederen of diensten zijn.
Markt
Dit zijn de klanten. Het product moet een toegevoegde waarde hebben voor de klant, anders wil hij het product niet kopen. Zonder klanten geen product en zonder product geen klanten!
Organisatie
De ondernemer moet alles regelen om het hele proces goed te laten verlopen.
Financiën
Doordat klanten bereid zijn voor het product te betalen kan de ondernemer geld verdienen, de finaciën.

Slide 19 - Diapositive

Product:
* ontwikkelaar
* producent
Organisatie:
* leidinggevende
* organisator
Markt:
* marketeer
* verkoper
Financiën:
* financieel planner
* administrateur

Slide 20 - Diapositive

00:18
Herken je jezelf hierin?

Slide 21 - Carte mentale

In de classroom staan de opdrachten die je als huiswerk moet maken. 
Lever ze daar ook weer in voor de volgende les.

Slide 22 - Diapositive