Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
les 8 LOB
Wie ben ik?
Wat kan ik?
Slide 1 - Diapositive
Programma
Huiswerk bespreken
Bespreken van de lesdoelen - leerdoelen
Interessetest
Huiswerk opdracht bespreken
Evalueren lesdoelen
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk bespreken
Maak opdracht 26 t/m 31.
Slide 3 - Diapositive
les- en leerdoelen
Leerdoelen:
Aan het einde van de les kun je verschillende werkzaamheden van beroepen noemen.
Aan het einde van de les weet je hoe je een interview moet voorbereiden.
Lesdoelen:
Aan het einde van de les heb je een beroepentest gemaakt.
Slide 4 - Diapositive
Werkzaamheden
Opdracht 26 en 27
Binnen ieder beroep voer je verschillende werkzaamheden uit (taken/opdrachten). Het is belangrijk dat je weet welke werkzaamheden bij een beroep horen, dat je weet waar je goed in bent en wat jij leuk vindt. Dat helpt jou bij het maken van keuzes.
Slide 5 - Diapositive
Wat past bij jou?
Opdracht 28, 29 en 30. Samen lezen blz. 29/30
Het beroep dat jou leuk lijkt en de werkzaamheden die jij graag doet, hebben te maken met verschillende dingen:
Wat jij leuk vindt
Waar jij goed in bent
Wat je belangrijk vindt
Slide 6 - Diapositive
Een interessetest
Een interessetest is een hulpmiddel. Je kan het gebruiken om te onderzoeken wat je leuk vindt en bij je past.
Uiteindelijk bepaal je zelf of iets wel of niet leuk is.
Een interessetest zegt niet dat je goed bent in het werk.
Slide 7 - Diapositive
https:
Slide 8 - Lien
Les- en leerdoelen
. Leerdoelen:
Aan het einde van de les kun je verschillende werkzaamheden van beroepen noemen.
Aan het einde van de les weet je hoe je een interview moet voorbereiden.
Lesdoelen:
Aan het einde van de les heb je een beroepentest gemaakt.
Slide 9 - Diapositive
Huiswerk
Maak opdracht 32 het interview
Slide 10 - Diapositive
Stappen
Bedenk over welk beroep je meer wil weten.
Wat wil te weten komen? Bedenk minimaal 5, maximaal 10 vragen. Schrijf de vragen op.
Bedenk wie je wil gaan interviewen (iemand die je meer over dit beroep kan vertellen).
Neem het interview af, schrijf de antwoorden goed op (of neem het op). Maak een verslag van het interview. Zet in het verslag of je denkt dat het beroep bij je past of niet.