EHBO bij verdrinking, CO vergiftiging, Shocks

EHBO bij verdrinking, CO vergiftiging, Shocks
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

EHBO bij verdrinking, CO vergiftiging, Shocks

Slide 1 - Diapositive

Jaarlijks verdrinken er heel veel mensen!

Slide 2 - Diapositive

Wat is het?
We spreken over verdrinking wanneer de ademhaling van een persoon gehinderd wordt na onderdompeling in een vloeistof. Het kan gaan om volledige of gedeeltelijke onderdompeling. Naast ademhalingsmoeilijkheden kunnen bij verdrinking ook andere problemen optreden die de toestand van het slachtoffer ernstiger maken:
onderkoeling;
longontsteking;
een wervelletsel bij een duikongeval.

Slide 3 - Diapositive

Wat stel je vast?
Het slachtoffer bevindt zich in het water, wist zichzelf in veiligheid te brengen of werd uit het water gehaald.
Het slachtoffer heeft ademhalingsmoeilijkheden doordat er water, modder, in de luchtwegen zit. Het slachtoffer kan braken.
Hij kan een hoofd- of wervelletsel opgelopen hebben na een duik of val in ondiep water.
Vaak is het slachtoffer onderkoeld omdat het water kouder is dan zijn lichaamstemperatuur.
Na een redding kunnen er complicaties optreden zoals een longontsteking of hersenletsel.

Slide 4 - Diapositive

Wat zou jij doen als je iemand ziet verdrinken?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

Waarom is het belangrijk om eerst te beademen bij verdrinking?
A
Om het lichaam van circulatie te voorzien
B
Om de hersenen te voorzien van zuurstof
C
Omdat je altijd moet starten met beademen.
D
Dit is volledig fout, je start met compressie

Slide 7 - Quiz

Wat doe je bij een verdrinking.

Slide 8 - Question ouverte

Wat doe je bij verdrinking
Zorg voor je eigen veiligheid, indien het niet nodig is ga dan niet in het water.
Als je toch in het water moet, pas dan op dat het slachtoffer door zijn paniek je niet slaat waardoor je zelf bewusteloos raakt.

Slide 9 - Diapositive

Haal het slachtoffer horizontaal uit het water om bloeddrukval te vermijden.
Door het wegvallen van de waterdruk kan de bloeddruk sterk dalen.

Beoordeel de toestand van het so.
indien deze bij bewustzijn is=> stabiele zijligging, natte kledij uit en afdekken tot 112 er is.
Indien buiten bewustzijn=> start met mond op mond beademing. 5 beademingen 30/2 verder doen. (of 15/1 met 2)

Slide 10 - Diapositive

Indien het slachtoffer moet braken=> zorg dat het niet in de longen terecht komt. 
Zorg vooral dat persoon niet onderkoelt geraakt.
SO best door arts laten nakijken want er kunnen complicaties ontstaan door water in de longen (pneumonie)
 of hartritmestoornissen door onderkoeling.

Slide 11 - Diapositive

Als je alleen bent en je hebt een drenkeling bij de hand dan ga je starten met
A
2 beademingen en 30 compressies
B
5 beademingen, 30/2 daarna
C
3 beademingen 15/1
D
4 beademingen 30 compressies

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Lien

Waarom is CO vergiftiging zo gevaarlijk?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Lien

Wat kan je verder nog doen om een CO vergiftiging te vermijden?

Slide 16 - Question ouverte

Wat gebeurt er in je lichaam bij CO vergiftiging?
Het CO gas bindt zich aan de hemoglobine in je bloed waardoor hemoglobine geen zuurstof meer kan opnemen. Hierdoor gaat er een zuurstoftekort ontstaan in alle organen. De weefsels sterven af met als eerste hart en hersenen.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Wat is het allerbelangrijkste dat je eerst doet bij CO vergiftiging?
A
Ramen en deuren openen
B
SO zo vlug mogelijk buiten halen
C
Denk aan je eigen veiligheid
D
Eigen veiligheid, direct als je binnen gaat alles open zetten

Slide 19 - Quiz

Als ik binnen ga ga ik
A
Iets voor mijn mond en neus doen zodat ik de CO niet inadem.
B
Dit werkt niet, ik blijf buiten en bel 112
C
Ik ga naar binnen maar zet direct iets open en ga de bron uitschakelen
D
Ik ga naar binnen maar zet direct iets open en haal de mensen naar buiten.

Slide 20 - Quiz

De CO melder in de slaapkamer hang ik op
A
Aan het plafond.
B
Op slaaphoogte.
C
Dit speelt geen rol.

Slide 21 - Quiz

Wat te doen na evacuatie?
Ademt de persoon nog?
Leg hem dan in veilige zijlighouding.
Zo kan hij niet stikken in eventueel braaksel.
Ademt de persoon niet meer?
Probeer hem dan zo snel mogelijk te reanimeren.

Slide 22 - Diapositive

Shocks
Soorten:
Hypovolemische shock
anafylactische shock
cardiale shock
septische shock

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Wat is volgens jullie een cardiale shock?
A
Ontstaat door te weinig bloed in het lichaam.
B
Ontstaat door een allergische reactie.
C
Ontstaat door hartproblemen.
D
Ontstaat door een infectie.

Slide 25 - Quiz

Wat is dan een hypovolemische shock, een septische shock en een anafylactische shock?

Slide 26 - Question ouverte

Behandeling shocks
Deze is afhankelijk van het soort shock.
Cardiale shock=> Zet het SO zittend rechtop tegen vb een muur
Vraag of hij hartmedicatie neemt.
Indien hij ze neemt geef hem een pilletje. 
Bel 112.

Slide 27 - Diapositive

Hoe zou je een cardiale shock herkennen?
A
SO verliest bloed.
B
So heeft borstpijn.
C
SO heeft kortademigheid en borstpijn.
D
SO heeft kortademigheid en borstpijn, blauwe lippen.

Slide 28 - Quiz

Hoe herken en behandel je een hypovolemische shock?
Er is bloedverlies (in of uitwendig, soms niet zichtbaar) of erge brandwonden.
Snelle, zwakke pols, oppervlakkige snelle AH, bleke klamme huid. SO is koud en angstig. Bewustzijnsvermindering.

Slide 29 - Diapositive

Wat doe je bij een hypovolemische shock?
Denk aan je eigen veiligheid.
Probeer bloeding te stelpen door druk uit te oefenen of knelverband aan te leggen.
Blijf bij het SO en praat ermee (bij bewustzijn proberen te houden).

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Wat doe je als iemand symptomen van een allergische shock heeft?

Slide 32 - Question ouverte

septische shock (sepsis)
Ontstaat door bacteriën, schimmels, virussen of het te lang zitten van een urinesonde, katheter of bij brandwonden 

Slide 33 - Diapositive

Symptomen
koorts
braken
snelle AH
Verwardheid,..

Slide 34 - Diapositive

Behandeling
Afhankelijk van de oorzaak maar meestal AB

Slide 35 - Diapositive