Stijlfiguren: hyperbool, understatement, eufemisme, pleonasme, tautologie

3 vwo Woordenschat

Stijlfiguren

repetitio, enumeratio, opsomming in drieën,  climax,  omgekeere climax, drieslag, hyperbool, understatement, litotes, eufemisme, pleonasme, tautologie, contaminatie

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3 vwo Woordenschat

Stijlfiguren

repetitio, enumeratio, opsomming in drieën,  climax,  omgekeere climax, drieslag, hyperbool, understatement, litotes, eufemisme, pleonasme, tautologie, contaminatie

Slide 1 - Diapositive

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Hij heeft iets te diep in het glaasje gekeken.
A
eufemisme
B
understatement

Slide 2 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

"Ik kwam, zag en overwon."
(citaat van Julius Ceasar)
A
eufemisme
B
understatement
C
drieslag
D
climax

Slide 3 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

"Ik heb nieuwe schoentjes gekocht." zegt de man met schoenmaat 52.
A
eufemisme
B
understatement

Slide 4 - Quiz

Van welk stijlfiguur is hier sprake:

Plus geeft meer, veel meer.
A
hyperbool
B
repetitio
C
contaminatie
D
repetitio/ herhaling

Slide 5 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

De bal rolt goed over HET GROENE GRAS.
A
tautologie
B
pleonasme
C
understatement
D
eufemisme

Slide 6 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

'Ik heb EEN KLEIN MAZZELTJE gehad',
zei de winnaar van de jackpot.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 7 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

"Ik kwam, zag en overwon."
(citaat van Julius Ceasar)
A
eufemisme
B
understatement
C
drieslag
D
climax

Slide 8 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Ik vond de film geweldig, hoewel eigenlijk was het acteerwerk niet zo goed, en de hoofdrolspeler was ronduit slecht.
A
climax
B
understatement
C
hyperbool
D
omgekeerde climax

Slide 9 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Die film is echt OM JE DOOD TE LACHEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 10 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Het kost EEN PAAR CENTEN, maar dan heb je ook wat.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
enumeratio

Slide 11 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

De overheid moet de komende jaren AFSLANKEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
enumeratio

Slide 12 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Hij heeft GEEN KLAP uitgevoerd voor de proefwerkweek.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 13 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Haar scherpe blik heeft het onderzoek goed gedaan.
A
litotes
B
climax
C
synesthesie
D
asyndetische vergelijking

Slide 14 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

'EEN LEUK KARRETJE', zei Hetty toen ze de Jaguar van Felix zag.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 15 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
contaminatie

Slide 16 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Ik houd van goud, zilver, juwelen en nog veel meer 'bling bling' spullen.
A
omgekeerde climax
B
drieslag
C
opsomming in drieën
D
enumeratio

Slide 17 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Voordat je antwoord geeft moet je eerst goed nadenken.
A
eufemisme
B
understatement
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 18 - Quiz

Wij doen verwoede pogingen om het goede antwoord te proberen te geven.
A
eufemisme
B
understatement
C
pleonasme
D
Tautologie

Slide 19 - Quiz

De naam van mevrouw Koudijs is een
A
eufemisme
B
understatement
C
pleonasme
D
Tautologie

Slide 20 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een INTERIEURVERZORGSTER.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 21 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Mijn vriend is bepaald niet dom.
A
eufemisme
B
litotes
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 22 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

De cijfers zijn straks vast voldoende, goed of uitstekend.
A
eufemisme
B
understatement
C
climax
D
omgekeerde climax

Slide 23 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Het lijflied van een voetbalclub: 'Bloed, zweet en tranen'
A
opsomming
B
drieslag
C
climax
D
omgekeerde climax

Slide 24 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Van die hoge wolkenkrabbers waren wij behoorlijk onder de indruk
A
opsomming
B
drieslag
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 25 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Daar komt de directeur; daar zit ik nou niet direct op te wachten.
A
litotes
B
contaminatie
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 26 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Bij de buren was er vannacht ongewenst bezoek.
A
litotes
B
understatment
C
hyperbool
D
eufemisme

Slide 27 - Quiz

stijlfouten
contaminatie: twee woorden of uitdrukkingen worden verkeerd gecombineerd

pleonasme: bij een pleonasme wordt een eigenschap die onlosmakelijk verbonden is met een woord of een woordgroep nog eens – dubbelop – door een ander woord uitgedrukt. 

tautologie: een tautologie bestaat uit twee of meer woorden (meestal van dezelfde woordsoort) die hetzelfde betekenen

blz. 120

Slide 28 - Diapositive