Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?
A
Naden
B
Kraakbeen
C
Vergroeid
D
Gewrichten
Slide 1 - Quiz
Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten
Slide 2 - Quiz
Je armen en benen bewegen door
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Naadverbinding
D
Vergroeiing
Slide 3 - Quiz
Waarmee zitten je ribben vast aan je borstbeen?
A
Spieren
B
Gewrichten
C
Botten
D
Kraakbeen
Slide 4 - Quiz
Wat is géén functie van ons skelet?
A
Je skelet maakt je lichaam stevig
B
Je skelet zorgt ervoor dat we kunnen denken
C
Je skelet beschermt organen
D
Je skelet is een aanhechtingsplaats voor spieren
Slide 5 - Quiz
Is vorm geven één van de functies van ons skelet?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
Welke beenverbindingen zijn beweeglijk
A
1, 2 en 3
B
1 en 2
C
2 en 3
D
1 en 3
Slide 7 - Quiz
Soort gewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht
Slide 8 - Quiz
Uit welk weefsel bestaan de beenderen van een baby voornamelijk?
A
kraakbeenweefsel
B
botweefsel
C
spierweefsel
D
kalkweefsel
Slide 9 - Quiz
Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht
Slide 10 - Quiz
Hoe heet gewricht nummer 2?
A
rolgewricht
B
zadelgewricht
C
scharniergewricht
D
eigewricht
Slide 11 - Quiz
Het gewricht in de schouder is een:
A
scharniergewricht
B
kogelgewricht
C
rolgewricht
D
kraakbeengewricht
Slide 12 - Quiz
Wat is het meest bewegelijk gewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
Slide 13 - Quiz
Wat voor een soort gewricht is de elleboog?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht
Slide 14 - Quiz
Hoe heet het groene onderdeel?
A
gewrichtssmeer
B
kraakbeen
C
kapselband
D
gewrichtskogel
Slide 15 - Quiz
Welk type gewricht zit tussen de vingerkootjes?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
D
Rolgewricht
Slide 16 - Quiz
Waarmee zit een spier vast aan het bot?
A
kraakbeen
B
lijmstof
C
pees
D
beenmerg
Slide 17 - Quiz
Hoe heet het blauwe onderdeel?
A
Gewrichtssmeer
B
kraakbeenlaagje
C
kapselband
D
gewrichtskogel
Slide 18 - Quiz
Wat is de functie van gewrichtssmeer?
A
Het houdt de botten stevig
B
het zorgt dat botten soepel kunnen bewegen
C
het is tegen slijtage van de botten
D
geeft vorm aan de botten
Slide 19 - Quiz
welk bot is dit?
A
os tibia
B
os femur
C
os calcaneus
D
os fibula
Slide 20 - Quiz
Dit gewricht bestaat uit een kom van een bot, waarin een ander kogelvormig bot kan ronddraaien
A
Kogelgewricht
B
Zadelgewricht
C
Scharniergewricht
D
Rolgewricht
Slide 21 - Quiz
Welk bot is het bot dat roodgekleurd is?
A
Ellepijp
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Spaakbeen
Slide 22 - Quiz
Hoe heet het bot hiernaast
A
Patella
B
Naviculare
C
Tibia
D
Fibula
Slide 23 - Quiz
Wat is de naam van bot nr. 10?
A
os tibia
B
os femur
C
os pelvis
D
os fibula
Slide 24 - Quiz
Een voorbeeld van platte beenderen is
A
rib
B
wervel
C
bovenbeen
D
bovenarm
Slide 25 - Quiz
Wat voor soort botten zijn je wervels?
A
pijpbeenderen
B
korte beenderen
C
platte beenderen
D
onregelmatige beenderen
Slide 26 - Quiz
Wat is de naam van bot nr. 8?
A
os tibia
B
os femur
C
os pelvis
D
os fibula
Slide 27 - Quiz
Welke beenderen zijn onregelmatig?
A
Scheenbeen en kuitbeen
B
Schedel en wervels
C
Handwortel en voetwortel
D
Heupbeen en staartbeen
Slide 28 - Quiz
Dit zijn beenderen die in een pees liggen
A
Sesambeenderen
B
Platte beenderen
C
Pijpbeenderen
D
Korte beenderen
Slide 29 - Quiz
Botten kunnen op basis van hun vorm ingedeeld worden in vier groepen: pijpbeenderen, korte beenderen, platte beenderen en onregelmatig gevormde beenderen. Pijp beenderen zijn ..................
A
lang en dun
B
breed en plat
C
even breed als lang
D
onregelmatig gevormd.
Slide 30 - Quiz
Hoe heet het blauwe bot?
A
Spaakbeen
B
Ellepijp
C
Opperarmbeen
D
Ellebooggewricht
Slide 31 - Quiz
Hoe heten de twee beenderen in het onderbeen?
A
Spaakbeen en ellepijp
B
Scheenbeen en kuitbeen
C
Hersenschedel en aangezichtsschedel
D
Voetwortelbeentjes en middenvoetsbeentjes
Slide 32 - Quiz
In de afbeelding zijn de beenderen van een voet getekend.
Welke botten vormen de laterale lengteboog?
A
hielbeen, scheepvormigbeen, 5de middenvoetsbeen, digiti V
B
hielbeen, teerlingbeen, 5de middenvoetsbeen, digiti V
C
hielbeen, teerlingbeen, 5de middenvoetsbeen, digiti III
D
hielbeen, wigvormigbeen I, 5de middenvoetsbeen, digiti V
Slide 33 - Quiz
Welke beenderen zijn platte beenderen ?
A
Scheenbeen en
kuitbeen
B
Handwortel en voetwortel
C
Schedel en ribben
D
Heupbeen en staartbeen
Slide 34 - Quiz
Hoe heet het oranje bot?
A
Spaakbeen
B
Ellepijp
C
Opperarmbeen
D
Ellebooggewricht
Slide 35 - Quiz
In de afbeelding zijn de beenderen van een voet getekend.