HAVO 1 - Unit 2 - Lesson 2.1 - present simple

Caithlynn
Ravael
Keano
Evy
Musa
Fynn
Sienna
Damian
Seppe
Carlijn
Ian
Hesselina
Ayden
Lisa
Luca
Britte
Alice
Mick
Chloé
Tijn
Plattegrond H1A
Roos
Isaiah
Noah
Kayleigh
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Caithlynn
Ravael
Keano
Evy
Musa
Fynn
Sienna
Damian
Seppe
Carlijn
Ian
Hesselina
Ayden
Lisa
Luca
Britte
Alice
Mick
Chloé
Tijn
Plattegrond H1A
Roos
Isaiah
Noah
Kayleigh

Slide 1 - Diapositive

UNIT 2 - MUSIC
Lesson 2: writing 
present simple

Slide 2 - Diapositive

Lesindeling
  1. Huiswerk nakijken
  2. Uitleg grammatica
  3. Worksheet maken over grammatica 
  4. Opdrachten uit het boek/huiswerk maken
  5. Blooket 

Slide 3 - Diapositive

Learning goals
  • Je kunt met een kort geschreven bericht een afspraak bevestigen. 
  • Je kunt een kort, eenvoudig bericht schrijven over zaken van direct belang. 
  • Je kunt de present simple herkennen en correct toepassen in een Engelse zin. 

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Finish exercises 5, 6, 8 & 9 on p. 54-57

Slide 5 - Diapositive

Present simple

Slide 6 - Diapositive

Present Simple 
Je gebruikt de Present Simple bij:
  • FEITEN
  • GEWOONTEN
  • REGELMATIGHEDEN


Slide 7 - Diapositive

SHIT-HAPPENS!
Shit happens regel:

Bij She/ He/ It

Plaats je een S achter het werkwoord
In de present simple (feiten en gewoontes)

She/he/it works

Slide 8 - Diapositive

Present Simple
Present Simple
I dance
Do I dance?
I don't dance
You dance
Do you dance?
You don't dance
He dances
Does he dance?
He doesn't dance
She dances
Does she dance?
She doesn't dance
It dances
Does it dance?
It doesn't dance
We dance
Do we dance?
We don't dance
You dance
Do you dance?
You don't dance
They dance
Do they dance?
They don't dance

Slide 9 - Diapositive

Present Simple: Signaalwoorden (adverbs)
  • Woorden die het signaal afgeven dat de zin in de
present simple:

always
sometimes
never
Often
frequently
seldom
during the week
in the weekend
Saturdays

Slide 10 - Diapositive

Present simple is:
Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordig tijd
C
Toekomst

Slide 11 - Quiz

Choose the right verbs in the present simple.

Lola ..... (write) in her diary every morning
A
write
B
writes
C
writs

Slide 12 - Quiz

We gebruiken de present simple bij
A
feiten
B
gewoontes
C
regelmatigheden

Slide 13 - Quiz

Get to work 
- Finish the present simple worksheet (die gaan we zo
bespreken)

Done? 
- Do exercises 11, 12, 13 & 14 on p. 58-61
in your workbook 

timer
20:00

Slide 14 - Diapositive

Homework
  • Finish exercises 11, 12, 13 & 14 on p. 58-61
in your workbook 
  • Study vocabulary 2.2 on p. 162

Slide 15 - Diapositive