§3.1 Handelen in Oost-Azië

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland (1596 - 1949)
Hierna: Poll
In deze les kun je 8 punten verdienen.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland (1596 - 1949)
Hierna: Poll
In deze les kun je 8 punten verdienen.

Slide 1 - Diapositive


Hoe vaak past Nederland in Indonesië (Nederlands-Indië)?

Kortom, hoeveel keer groter is Indonesië (Nederlands-Indië) dan Nederland? 
Hierna: antwoord op poll + 10 tijdvakken.
Ongeveer 5 x
Ongeveer 10 x
Ongeveer 50 x
Ongeveer 100 x
Ongeveer 200 x

Slide 2 - Sondage

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Tijdvak 5: 1500 - 1600.
Tijdvak 6: 1600 - 1700.
Volgende dia: de leerdoelen.
Nederland ongeveer 50x in Indonesië (Nederlands-Indië).

Slide 3 - Diapositive

Aan het eind:
- kun je herkennen en uitleggen op welke manier de VOC zoveel winst kon maken in Indië.
Leerdoel
Hoe wordt er  in de 15 eeuw gekeken naar ontdekkingsreizen?

Slide 4 - Diapositive

Aan het eind van de 15e eeuw ontdekt de Portugees Vasco de Gama als eerste Europeaan een vaarroute naar Oost-Azië (1498).
Hier groeien specerijen, zoals peper, nootmuskaat, foelie, kaneel en kruidnagel. Deze specerijen (zie achtergrond) groeien alleen in Oost-Azië.
Deze specerijen zijn erg interessant, want: meer smaak, langere houdbaarheid, medicijnen.
Omdat deze specerijen peperduur zijn, wordt Portugal erg rijk.

Dit wil Nederland ook wel. Maar Portugal houdt deze vaarroute, de Carreira da India, striktgeheim. 
Daarom stuurt Nederland een spion naar Portugal.
Wie? Jan Huygen van Linschoten.
Waar kennen we deze naam ook alweer van? 






Volgende dia: kinderliedje 'Jan Huygen in de ton' (0:25)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Jan Huygen van Linschoten schrijft over zijn reizen een boek, Itinerario.
In dit boek staan niet alleen de 'geheime' vaarroutes naar Oost-Azië, maar ook vreemde kusten, dieren, mensen en hun rituelen. De Nederlanders kijken hun ogen uit.
Gevolg: Cornelis de Houtman vertrekt met 249 man, verspreid over 4 schepen, en komt in 1596 als eerste Nederlander aan in Oost-Indië 

De opbrengst op het schip op de terugweg is 2 jaar later net voldoende om de kosten eruit te krijgen, vooral door verkeerde ruilmiddelen. Deze ontdekkingsreis wordt door maar 87 man overleefd.

Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop op eigen kracht is bewezen.

Slide 7 - Diapositive

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


1. De VOC-tijd (1596-1799)
De reis van Cornelis de Houtman smaakt naar meer. 

Gevolg is dat steeds meer Nederlandse bedrijven (compagnieën) schepen gaan bouwen en specerijen ophalen. Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen de Nederlandse bedrijven onderling, waardoor de prijzen van de specerijen dalen (en dus ook de winst!). 
Dat is niet de bedoeling!

Wat is de oplossing? 
De Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in: 

Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf, geheten de V.O.C. (Verenigde Oost-Indische Compagnie) (1602-1800).
Hierdoor is er geen concurrentie meer en kunnen de grote winsten ook gebruikt worden in de 80-jarige oorlog tegen Spanje. 
De V.O.C. wordt zodoende de eerste multinational  (een bedrijf met vestigingen over meerdere landen) +  heeft ook een monopolie-positie (= alleenrecht, geen concurrentie).
De V.OC. mochten in Azië forten en factorijen (= handelspost in het buitenland met kantoren en pakhuizen)  bouwen, oorlog veroveren en gebieden veroveren en besturen. Kortom, de VOC-schepen krijgen ook kanonnen en soldaten (10.000!) mee. Gevolg is dat de V.O.C. de grootste onderneming ter wereld wordt! 
Volgende dia: kaart factorijen V.O.C.

Slide 8 - Diapositive

O.l.v. J.P Coen verovert de VOC in 1619 de Javaanse havenstad Jakarta. De Nederlanders geven de stad een nieuwe naam, Batavia. Batavia wordt het hoofdkwartier en de grootste factorij van de VOC.
Misschien de misschien factorij van de VOC was het kunstmatige eilandje Dejima (nabij Nagasaki). 
Van 1641 tot 1850 was dit de enige handelspost van Japan! Japan wilde namelijk niet beinvloed worden door Europese landen (bv geen christelijk geloof in Japan), voor de Nederlanders maakte Japan een uitzondering op voorwaarde dat de (max 20) Nederlanders het eilandje niet verlieten. Anderzijds mochten Japanners ook niet op het eilandje komen, behalve tolken en prostituees. 
In 1621 komt J.P. Coen met 20 schepen en 2000 man naar de Banda-eilanden met als doel deze eilanden te ontvolken (2800 inheemse inwoners worden gedood), zodat de VOC een monopolie-positie kreeg op de productie van nootmuskaat m.b.v. slaven.
Volgende dia:  filmpje de VOC in Batavia - school tv (3:30) met daarna standbeeld J.P. Coen (google maps). Vervolgens de open vraag:  "Wat vind jij van J.P. Coen?" 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Twee uitspraken:

1. de VOC had tientallen factorijen, maar het hoofdkwartier van deze factorijen was te vinden in Batavia.

2. Eeuwenlang was de VOC het enige Europese bedrijf dat met Japan handelde.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 11 - Quiz

VOC-schepen gingen van Indië weer naar Amsterdam terug volledig gevuld met ....
A
Goud, zilver en koper
B
Hertenvellen
C
Specerijen
D
Textielproducten

Slide 12 - Quiz

De massale moord van vrijwel alle inwoners van de Banda-eilanden is een inktzwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis.

Deze gebeurtenis stond onder leiding van....




(Hierna: een sleepvraag 'waar ligt Indonesië'?
A
Cornelis de Houtman
B
Jan Pieterszoon Coen
C
Jan Huygen van Linschoten
D
Vasco de Gama

Slide 13 - Quiz

De Banda-eilanden liggen in Nederlands-Indië, kortom het huidige Indonesië:
Sleep de punaise naar Indonesië:
Volgende dia: Google maps standbeeld J.P Coen

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Carte

Vind jij J.P. Coen een held of een schurk?

Leg jouw mening uit met een duidelijk argument:



(Hierna dia: "De ondergang van de VOC")

Slide 16 - Question ouverte

In de 18e eeuw maakt de VOC steeds minder winst.

Oorzaken:
1. Steeds meer VOC-handelaren in Azië geven het verdiende geld niet aan de compagnie, maar steken het in eigen zak (corruptie)
2. De boekhouding van de VOC steeds minder goed op orde;
3. Maar vooral: Steeds meer buitenlandse concurrentie, met name van Engeland en Frankrijk. Grootste concurrent is de Engelse Oost-Indische Compagnie. 
4. Frankrijk valt in 1795 Nederland binnen en maakt van ons land een Franse provincie (tot 1813). Frankrijk dwingt Nederland om oorlog te voeren tegen Engeland. Gevolg: Engeland blokkeert Nederlandse havens,  waardoor de handel met Azië stilvalt.

Gevolg: in 1799 is de VOC failliet. 
De ondergang van de VOC
Hierna: fimpje ondergang VOC (1:50)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Hoeveel jaren heeft de VOC bestaan?
A
100 jaar
B
200 jaar
C
300 jaar
D
400 jaar

Slide 19 - Quiz

Twee uitspraken:
1. De slechte boekhouding is een oorzaak / gevolg van het faillisement van de VOC in 1799.

2. De opkomende buitenlandse concurrentie is een oorzaak / gevolg van het faillisement van de VOC in 1799.
A
1. oorzaak, 2. oorzaak
B
1. oorzaak, 2. gevolg
C
1. gevolg, 2. gevolg
D
1. gevolg, 2. oorzaak

Slide 20 - Quiz

In 1799 is de VOC failliet en komt er een einde aan het bedrijf.
Welke oplossing wordt bedacht om Indië weer winstgevend te maken?
A
een einde maken aan de 80-jarige oorlog
B
het cultuurstelsel
C
nog meer factorijen bouwen
D
het invoeren van een munteenheid

Slide 21 - Quiz

Sleep de onderstaande vijf gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:

(Hierna nog 1 opdracht).
Cornelis de Houtman komt aan in oost-Indië
De massale moord op de Banda-eilanden (Indië)
Het cultuurstelsel wordt ingevoerd.
Nederland wordt een Franse provincie.
Jan Huygen van Linschoten schrijft over zijn reizen een boek, Itinerario.

Slide 22 - Question de remorquage

Laatste opdracht: Voeg via Google - afbeeldingen hieronder een plaatje toe die volgens jou prima past bij het onderwerp van deze les:

Slide 23 - Question ouverte