NaSk jaar 2 - Les 3

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:

- Boek A

- Geodriehoek

- Rekenmachine

- Pen en potlood

 

Startopdracht:

Pak je laptop en join de klas op Learnbeat

 

Planning

• Lesdoelen
• Uitleg over Kleuren
• Zelfstandig werken
• Huiswerk
• KAHOOT??

Lesdoelen

Aan het eind van deze paragraaf kan ik:

1. beschrijven wat een puntbron is;
   
2. uitleggen hoe schaduwen ontstaan;
   
3. uitleggen waar de grootte van een schaduw van afhangt;
   
4. rekenen met vergrotingen.

2.2 Kleuren zien

Zon licht

• zonlicht is witlicht
  
• witlicht is opgebouwd uit zeven kleuren: Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw, Indigo, Violet. (ROGGBIV)
• kleurenspectrum

Herhaling: Onzichtbaar infrarood I.R. = warmte  

Onzichtbaar ultraviolet U.V. (oorzaak huidkanker en verkleuring huid/verf) 

Lichtbronnen

kleuren zien

Wit: kaatst alle kleuren licht terug. Je ziet wit of de kleur van het aanwezige licht. 

Zwart: Zwart Absorbeert alle lichtstralen en kaatst niks terug. Je ziet zwart. Geabsorbeerd licht wordt omgezet in warmte

Kleur: gekleurde voorwerpen kunnen alleen eigen kleur terugkaatsen.  bij rood licht op een groen voorwerp zie je zwart. 

Primaire kleuren bij licht

dit zijn de kleuren:

rood

blauw

en

groen

Kijk goed naar het plaatje hiernaast. Als je precies evenveel van de kleuren licht met elkaar mengt krijg je wit licht.

Evenveel van twee kleuren mengen geef magenta, cyaan of geel.

Huiswerk: Lees en maak op pagina 39 t/m 45

- Maak opdracht  5 t/m 17

Tijdens de les wil ik dat:

1. Je luistert als ik praat en is het stil

2. Je naar elkaar luistert

3. Je de juiste spullen voor je hebt

4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt

5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij

2.3 Licht en schaduw

Proef

Ga naar Learnbeat en doe de proef bij 2.3

Lichtstralen

Lichtstralen zijn recht.

Waar het licht op valt, wordt verlicht.

Daar waar geen licht komt, noemen we schaduw.

puntbron

Lichtstralen zijn recht

Kleine lichtbronnen noemen we puntbronnen.

Bij een puntbron komen alle lichtstralen vanaf 1 plek.

Soorten lichtbundels

• Evenwijdige lichtbundel:  Lichtstralen gaan niet uit elkaar.

• Divergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen uit elkaar  
• Convergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen naar elkaar toe

Evenwijdige lichtbundel

• Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 

• Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. 

Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.

DIVERGENTE

LICHTBUNDEL

• De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

• Dit is een bundel die steeds groter wordt. 

Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.

CONVERGENTE lichtbundel

• Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel. 
  

Licht beweegt met een snelheid van: 300.000.000 m/s.

Dat is ongeveer 1 miljard km/h.

Licht beweegst met een snelheid van:

                        300.000.000 m/s.

Dat is ongeveer

                            1 miljard km/h.

Met deze afbeelding kun je een verhaal vertellen over lichtsnelheid (300 000 000 m/s). Dat deze snelheid als constante wordt beschouwd, Einstein's speciale relativiteitstheorie, over lichtjaren, licht van de zon naar de aarde er 8 min 20 sec over doet. Dit verhaal maakt het onderwerp snelheid en beweging interessanter.

zonsverduistering:

• maan staat tussen de zon en aarde. 
  
• Schaduw van de maan valt op aarde

Maansverduistering:

• Aarde staat tussen de zon en maan. 
  
• De kernschaduw van de aarde valt op de maan.
  

VRAGEN?

Wisselmoment: vragen?

Zelfstandig werken ZS

- Ga verder aan de slag met 'Begrijpen' in 2.3

- 5 minuten

- ZS

- Niet klaar? Huiswerk

KAHOOT??

Rekenen met schaduwen

De grootte van de schaduw is te berekenen.

N = de vergrotingsfactor

Vergrotingsfactor

De grootte van de schaduw hangt af van de afstanden:

Als het scherm 2 keer zo ver is, 

                         is de vergrotingsfactor ook 2

6 m

3 m

En dan is het beeld ook 2 keer zo groot...

3 m

6 m

24 cm

48 cm

Vergrotingsfactor formule  

N = vergrotingsfactor

Lengte

schaduw

Lengte

voorwerp

Vergrotingsfactor formule

N = vergrotingsfactor

b = beeld afstand (schaduw)

v = voorwerp afstand

v

b

Rekenvoorbeeld 1

Een scherm staat op 80 cm van een lamp.

Een voorwerp staat op 40 cm van de lamp.

Hoe groot is de vergrotingsfactor?

Rekenvoorbeeld 2

Rekenen met schaduwen:  Een scherm staat op 120 cm van een lamp.

Een pop van 12 cm hoogte staat op 60 cm van de lamp.

Hoe groot is de schaduw van de pop?

lengte schaduw = N × lengte voorwerp

afstand scherm-lamp = N × afstand voorwerp-lamp
N is de vergrotingsfactor 

Grote lichtbron:

Halfschaduw en kernschaduw

Puntbron:

Enkele schaduw

Randstraal

Geeft de grens aan tussen licht en donker

VRAGEN?

Wisselmoment: vragen?

Zelfstandig werken ZS

- Ga verder aan de slag met 'Beheersen' in 2.3

- 5 minuten

- ZS

- Niet klaar? Huiswerk

KAHOOT??

Lesdoelen

Aan het eind van deze paragraaf kan ik:

1. beschrijven wat een puntbron is;
   
2. uitleggen hoe schaduwen ontstaan;
   
3. uitleggen waar de grootte van een schaduw van afhangt;
   
4. rekenen met vergrotingen.