Chez le docteur

chez le médecin / chez le docteur
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

chez le médecin / chez le docteur

Slide 1 - Diapositive

Welke Franse woorden
ken je al van 'het lichaam' ?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Hoe zeg je dat je ergens pijn hebt
A
J'ai mal à....
B
Je suis mal à...
C
Je vais mal.

Slide 4 - Quiz

Wat betekent 'la gorge'
A
De neus
B
Het hoofd
C
De mond
D
De keel

Slide 5 - Quiz

Wat zijn 'des problèmes de peau'
A
Een virus
B
Allergische reactie
C
Huidproblemen
D
Toiletproblemen

Slide 6 - Quiz

"Comment ça se passe? " Wat wordt hier uitgelegd?
A
Hoe het verloopt als je naar de dokter gaat.
B
Hoe je en afspraak moet maken met de dokter

Slide 7 - Quiz

Les parties du corps
Un oeil [spreek uit: un euj ] = een oog
Les yeux [ spreek uit: lee-ziejeu] =
 de ogen

Wanneer je pijn hebt aan een gedeelte van het lichaam:
Bij vr. :  J'ai mal à la  ... 
Bij mann.:  J'ai mal au..... 
Bij meervoud:  J'ai mal aux...  

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Welke woorden / zinnen mis je nog bij dit onderwerp?

Slide 10 - Question ouverte

Quels mots est-ce que tu as appris?Welke woorden heb je geleerd?

Slide 11 - Question ouverte