HV - paragraaf 5.4 HVT1E

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

5.4 Procenten

Wat weet je nog van de vorige les?

• start van de les
• leerdoelen
• uitleg over percentages
• uitleg over het rekenen met percentages
• werken aan opgaven
• voorbereiding voor de volgende les
  
• afsluiting 

Doel van vandaag:

Aan het einde van de les weet je:

• Hoe je rekenmachine werkt;
• Hoe je rekent in praktische situaties.
  

Vragen over het huiswerk?

opgaven 27, 30, 35, 36, 41, 42, 46 & 47 Welke?

Uitleg

• Procent komt van het latijn pro centum.
• Dit betekent per honderd.
• Wat betekent dus 28%?

 

Uitleg

• Procent komt van het latijn pro centum.
• Dit betekent per honderd.
• Wat betekent dus 28%?

 

Uitleg

• 28% betekent 28 per 100.
      
• De figuur wordt verdeeld in 400 hokjes.

Uitleg

• Hoeveel hokjes zijn rood gekleurd?
• ….. van de …... hokjes zijn rood gekleurd.
  

 

Uitleg

• Hoeveel hokjes zijn rood gekleurd?
• 112 van de 400 hokjes zijn rood gekleurd. 
• 28 van de 100 komt op hetzelfde neer als 112 van de 400.

 

Uitleg

• Hoeveel hokjes zijn rood gekleurd?
• 112 van de 400 hokjes zijn rood gekleurd. 
• 28 van de 100 komt op hetzelfde neer als 112 van de 400.
  
• 42% van een getal is het         deel ervan.
  
• 
  

 

​100​​42​​

Uitleg

• Hoeveel hokjes zijn rood gekleurd?
• 112 van de 400 hokjes zijn rood gekleurd. 
• 28 van de 100 komt op hetzelfde neer als 112 van de 400.
  
• 42% van een getal is het         deel ervan.
   
• Om te berekenen hoeveel 42% van 580 is bereken je dus       × 580.

 

​100​​42​​

​100​​42​​

Uitleg

• Hoeveel hokjes zijn rood gekleurd?
• 112 van de 400 hokjes zijn rood gekleurd. 
• 28 van de 100 komt op hetzelfde neer als 112 van de 400.
  
• 42% van een getal is het         deel ervan.
   
• Om te berekenen hoeveel 42% van 580 is bereken je dus       × 580.
• Je kunt in plaats van       schrijven 0,42.

 

​100​​42​​

​100​​42​​

​100​​42​​

Uitleg

• Hoeveel hokjes zijn rood gekleurd?
• 112 van de 400 hokjes zijn rood gekleurd. 
• 28 van de 100 komt op hetzelfde neer als 112 van de 400.
  
• 42% van een getal is het         deel ervan.
   
• Om te berekenen hoeveel 42% van 580 is bereken je dus       × 580.
• Je kunt in plaats van       schrijven 0,42.
• Dus 42% van 580 is 0,42 × 580 =

 

​100​​42​​

​100​​42​​

​100​​42​​

Uitleg

• Hoeveel hokjes zijn rood gekleurd?
• 112 van de 400 hokjes zijn rood gekleurd. 
• 28 van de 100 komt op hetzelfde neer als 112 van de 400.
  
• 42% van een getal is het         deel ervan.
   
• Om te berekenen hoeveel 42% van 580 is bereken je dus       × 580.
• Je kunt in plaats van       schrijven 0,42.
• Dus 42% van 580 is 0,42 × 580 = 243,6

 

​100​​42​​

​100​​42​​

​100​​42​​

Uitleg

• Hoeveel is 36% van 820?
  
• 36% van 820 is gelijk aan
  
• 0,36 × 820 =
  
• 295,2

Uitleg

  Hoeveel is 36% van 820? 
  36% van 820 is gelijk aan
  0,36 × 820 = 
  295,2

• Je berekent 18% van € 5,65 met
  
• 0,18 × 5,65 =
  
• 1,017.
  
• Omdat geldbedragen worden afgerond op twee decimalen is het antwoord
• € 1,02
• We noteren dit als volgt:
  
• 0,18 × 5,65 ≈ 1,02 euro.
  
•  Aan het teken ≈ zie je dat er is afgerond.
  
• Je spreekt ≈ uit als is ongeveer gelijk aan.

Uitleg

  Hoeveel is 36% van 820? 
  36% van 820 is gelijk aan
  0,36 × 820 = 
  295,2

• Je berekent 18% van € 5,65 met
  
• 0,18 × 5,65 =
  
• 1,017.
  
• Omdat geldbedragen worden afgerond op twee decimalen is het antwoord
• € 1,02
• We noteren dit als volgt:
  
• 0,18 × 5,65 ≈ 1,02 euro.
  
•  Aan het teken ≈ zie je dat er is afgerond.
  
• Je spreekt ≈ uit als is ongeveer gelijk aan.

4% van 1000 =

33% van 4200 =

78% van 800 =

3 % van 950 =

5,6% van 80 =

22,8% van 109 =

0,7% van 705 =

0,03% van 404 =

4,48

24.852

40

0,1212

28,5

4,935

24,852

624

1386

4.935

Klaar? Ga dan verder met opgave 30  

Is het niet af, dan is het huiswerk

blz. 183

schrijf de som ook op met daarachter het antwoord!!!!!

Uitleg

In deze klas zitten 21 leerlingen. Van hen hebben er 13 een voldoende voor het proefwerk van hoofdstuk 3. Hoeveel procent is dat?

HV1a

Uitleg

In deze klas zitten 21 leerlingen. Van hen hebben er 13 een voldoende voor het proefwerk van hoofdstuk 3. Hoeveel procent is dat?

1 leerling is        x 100%

HV1a

​21​​1​​

Uitleg

In deze klas zitten 21 leerlingen. Van hen hebben er 13 een voldoende voor het proefwerk van hoofdstuk 3. Hoeveel procent is dat?

1 leerling is        x 100%

13 leerlingen is        x 100%

HV1a

​21​​1​​

​21​​13​​

Uitleg

In deze klas zitten 21 leerlingen. Van hen hebben er 13 een voldoende voor het proefwerk van hoofdstuk 3. Hoeveel procent is dat?

1 leerling is        x 100%

13 leerlingen is        x 100%

1   3   :   2   1   x   1   0   0   =   

HV1a

​21​​1​​

​21​​13​​

Uitleg

In deze klas zitten 21 leerlingen. Van hen hebben er 13 een voldoende voor het proefwerk van hoofdstuk 3. Hoeveel procent is dat?

1 leerling is        x 100%

13 leerlingen is        x 100%

1   3   :   2   1   x   1   0   0   =   61,90476...

HV1a

​21​​1​​

​21​​13​​

Uitleg

In deze klas zitten 21 leerlingen. Van hen hebben er 13 een voldoende voor het proefwerk van hoofdstuk 3. Hoeveel procent is dat?

1 leerling is        x 100%

13 leerlingen is        x 100%

1   3   :   2   1   x   1   0   0   =    61,90476...

Het percentage is dus 61,9%

HV1a

​21​​1​​

​21​​13​​

Uitleg

In deze klas zitten 21 leerlingen. Van hen hebben er 13 een voldoende voor het proefwerk van hoofdstuk 3. Hoeveel procent is dat?

1 leerling is        x 100%

13 leerlingen is        x 100%

1   3   :   2   1   x   1   0   0   =    61,90476...

Het percentage is dus 61,9%

de afspraak is: Rond procenten af op 1 decimaal

wat doe je? deel van het geheel : het geheel x 100 = percentage

HV1a

​21​​1​​

​21​​13​​

Uitleg

Let op het verschil!!!

HV1a

26 % van 105 is

0,26 x 105 = 27,3

Uitleg

Let op het verschil!!!

HV1a

26 % van 105 is

0,26 x 105 = 27,3

26 van 105 is

       x 100 ≈ 24,8%

​105​​26​​

6 van 30 = 

3 van 40 = 

80 van 750 =

268 van 837 =

6,3 van 16,5 =

 

1 van 2,9 =

0,3 van 1 =

10 van 91 =

Hoeveel procent is

11%

1,2%

10,7%

38,2%

18%

34,5%

1,04%

20%

600%

0,029%

32%

30%

7,5%

13%

98%

Klaar? Ga dan verder met opgave 4 en 9

Is het niet af, dan is het huiswerk

blz. 183

Klaar? Ga dan verder met opgave 16 en 17 

Is het niet af, dan is het huiswerk

blz. 185

Lees de theorie blokken door!

Wat:            Opgaven 49, 53, 54, 55, 57, 58, 59, 60, 61 & 63 

Tijd:             tot 5 minuten voor einde les

Hoe:             Zelfstandig of in zacht overleg

Hulp:           Boek, Medeleerling, Docent

Resultaat: De uitwerkingen van de opgaven in je boek en nagekeken

Klaar:          ga voor een ander vak werken

Wat hebben we vandaag gedaan?

Hier heb je aan gewerkt:

• percentages;
• percentages berekenen.

Volgende les

• Evenredig 
• Omgekeerd evenredig 

Leerdoelen paragraaf

5.2 & 5.3

 49, 53, 54, 55, 57, 58>61 & 63