Basisstof 6 + 7 ( KGT, de wervelkolom en blessures) Basisstof 7 (BB blessures)

Thema 4 Stevigheid en beweging
Wervelkolom en blessures
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 4 Stevigheid en beweging
Wervelkolom en blessures

Slide 1 - Diapositive

Herhaling!

Slide 2 - Diapositive

Hoe noem je al je spieren samen?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe noemen we de spieren die aan je botten vastzitten?

Slide 4 - Question ouverte

Noem een voorbeeld
van een orgaanspier

Slide 5 - Carte mentale

Hoe noemen we de plek waar de spier met de pees vastzit aan het bot?
A
Peeshechtplaats
B
Aanhechtingsplaats
C
Bot-spier overgang
D
Spierpeesplaats

Slide 6 - Quiz

Hoe werkt een spier?
A
Een aangespannen spier wordt korter en dikker
B
Een aangespannen spier wordt lang en dun
C
Een ontspannen spier wordt korter en dikker
D
Een ontspannen spier is altijd dik en kort

Slide 7 - Quiz

Hoe noemen we de spier die je arm buigt?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe noemen we de spier die je arm strekt?

Slide 9 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit wat een "Antagonistisch paar" is

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Spierpijn
Veel afvalstoffen in je spieren
-> melkzuur.

Mini scheurtjes moeten herstellen -> Dikkere, sterkere spieren

Slide 12 - Diapositive

Spierscheuring
Te sterke inspanning of een plotselinge beweging -> Spierscheuring 

De spier is beschadigd ->
Meestal genezen door rust

Slide 13 - Diapositive

Botbreuken
Naast spieren kun je ook blessures aan botten, gewrichten en pezen oplopen.

Botbreuk = naar het ziekenhuis
-> Röntgenfoto

Slide 14 - Diapositive

Botbreuken
Goede genezing -> twee helften goed aan elkaar groeien

Het bot moet soms in de goede stand gezet worden = Bot zetten

Gipsverband houdt de bothelften in de juiste stand. 
Soms niet voldoende -> schroeven en platen.

Slide 15 - Diapositive

Kneuzing
= beschadiging van weefsel zonder dat iets is gescheurd of gebroken.

Kneuzing kan ontstaan door een val of doordat je een duw, stomp of een trap krijgt. 

Vaak een zwelling door vochtophoping. Koelen helpt!

Slide 16 - Diapositive

Verzwikking
= Kneuzing van een gewricht

VB. Bij verzwikking van je enkel rekken het gewrichtskapsel en de kapselhanden te ver uit.

Bij ernstige verzwikking kunnen de banden zelfs scheuren.

Slide 17 - Diapositive

Ontwrichting
= De gewrichtskogel schiet uit de gewrichtskom

Erg pijnlijk.

Bij verkeerd vallen bijvoorbeeld.

Arts zet de gewrichtskogel weer in de kom terug.

Slide 18 - Diapositive

Oorzaken van sportblessures
  • Ruwheid en overtreding
  • Niet getraind/onvoldoende techniek
  • Gebrek aan conditie
  • Overbelasting van spieren en oververmoeidheid
  • Onvoldoende warming-up, rekoefeningen en/of coolingdown
  • Slechte weersomstandigheden (regen, kou, ijs)
  • Te snel weer beginnen na een blessure
  • Slechte sportuitrusting, slecht materiaal, slechte schoenen 

Slide 19 - Diapositive

Goede lichaamshouding

Een goede lichaamshouding vermindert de kans op klachten. De wervelkolom en de rugspieren werken daarbij samen.

Slide 20 - Diapositive

Bij welke plaatje heeft de persoon een goede houding?
    A                 B               C
A
B
C

Slide 21 - Quiz

Sleep de persoon naar het vakje waar hij bij hoort.
Goede houding 
Slechte houding

Slide 22 - Question de remorquage

Dubbele S-vorm
De vorm van de wervelkolom lijkt op tweemaal de letter S boven elkaar.

De rugspieren die aan de wervels zijn bevestigd houden deze vorm in stand.

Slide 23 - Diapositive

Lichaamshouding
Zoveel mogelijk in de dubbele S-vorm houden.

Goed rechtop staan en zitten.
De manier waarop je staat en zit is je Lichaamshouding

Een goede houding zorgt voor betere beweging en voor zelfvertrouwen.

Slide 24 - Diapositive

Zithouding
Verkeerde lichaamshouding -> pijn in je rug of schouders

Houding van je armen en benen belangrijk.

Armen en benen maken een rechte hoek = goede zithouding

Slide 25 - Diapositive

Beeldscherm gebruiken

Bij gebruik van telefoon, tablet of gameboy kijk je vaak naar beneden.

door altijd kromgebogen te zitten kan je een bochel krijgen.

Dit is een vergroeide rug of nek. De kraakbeenschijfjes tussen de wervels worden aan  kant teveel samengedrukt.

Slide 26 - Diapositive

Tips voor goed beeldschermgebruik
  1. Houd je hoofd rechtop. 
  2. Gebruik het scherm niet langer dan een half uur. Ga dan min. 10 minuten ets anders doen
  3. Ga op je buik liggen lezen, tv-kijken, gamen en je telefoon gebruiken
  4. Ga voor op een stoel zitten. Steek 2 voet naar achteren, zodat je knie schuin naar de grond wijst. Wissel af en toe van been

Slide 27 - Diapositive

Tillen
1 Buk en til niet onnodig.
2 Gebruik hulpmiddelen.
3 Til niet te veel ineens.
4 Zorg dat er niets in de weg staat als je gaat lopen.
5 Sta steeds recht voor de last.
6 Til nooit met gedraaide rug.
7 Til met twee handen en houd de last zo dicht mogelijk bij je lichaam.
8 Buig niet verder voorover dan noodzakelijk en gebruik ook je beenspieren.
9 Til niet met gestrekte armen en niet hoger dan schouderhoogte.
10 Luister naar je lichaam: neem signalen serieus. Je voelt zelf het best wat je rug wel en niet kan hebben.

Slide 28 - Diapositive

Opdracht 31.
Sharon heeft tijdens het skien haar scheenbeen gebroken en moet naar het ziekenhuis. hierna staat wat er in het ziekenhuis is gebeurt. zet ze op volgorden.
1

2
3
Sharon krijgt gipsverband om haar been.
De arts zet de scheenbeen op goede stand.
De arts laat een rontgenfoto maken. 

Slide 29 - Question de remorquage

Opdracht 32.
Wat hoort bij elkaar?  Sleep ze naar elkaar toe
de arm is uit de kom 
door een stomp heb ik een blauwe plek
het gewrichtskapsel en de kapselbanden zijn beschadigd
kneuzing
verzikking 
ontwrichting

Slide 30 - Question de remorquage

Opdracht 34.
Vul de volgende zinnen in door de goede woorden er naar te sleepen.
Je kunt de kans op een sportblessure verminderen door voor je begint een   ________ te doen
Een warming-up begint meestal met  ___________ lopen
Door een warming-up stroomt er meer  ___________ naar je spieren
Bij een warming-up horen ook ________ 
Door sporten komen er afvlstoffen in de  ____________
Door nadat je gesport  hebt een __________ te doen heb je minder last van spierpijn
Een warme douche zorgt voor een goede  ___________ van spieren
bloed
cooling-down
rekoefeningen
doorbloeding 
spieren 
warm
warming-up 

Slide 31 - Question de remorquage