herhaling hoofdstuk 4 verhoudingen

• Rekenen
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Keuze

1) Je wil nog wat herhaling en daarom maak en lees je deze lesson up

2) Je maakt de test je zelf op blz 122-123

Herhaling H4 verhoudingen

Je hebt geleerd:

 - Je herkent een verhouding en kunt hiermee rekenen (4.1)

 - Je kunt rekenen met verhoudingstabellen (4.2)

 - Je kunt bij een verhoudingstabel via 1 of een ander handig getal rekenen (4.3)

 - Je kunt prijzen of hoeveelheden vergelijken (4.4)

 - Je kunt met schaal rekenen (4.5)

4.1 Verhoudingen

Mengen van stoffen doe je in een bepaalde verhouding

Als je slasaus maakt, meng je olie met azijn.

Je mengt 1 lepel slaolie met 3 lepels azijn.

Je mengt dan in de verhouding 1 : 3 (1 staat tot 3)

De verhouding 4 : 12 is gelijk aan de verhouding 1 : 3 (net als breuken zo klein mogelijk schrijven

 

4.1 Verhoudingen

Marieke maakt boeketten met rode en witte rozen. De verhouding rode rozen : witte rozen is 2 : 3
In een boeket zitten 20 rozen. Hoeveel rozen zijn rood?

Antwoord

Marieke maakt boeketten met rode en witte rozen. De verhouding rode rozen : witte rozen is 2 : 3

In een boeket zitten 20 rozen. Hoeveel rozen zijn rood?

In totaal 2 + 3 = 5 rozen 

Nu heb ik in totaal 20 rozen gebruikt. 

20 : 5 = 4

Hoeveelheden dus x 4. Dus 2 x 4 = 8 rode rozen

4.2 Verhoudingstabellen

In een verhoudingstabel mag je zowel horizontaal als verticaal met hetzelfde getal vermenigvuldigen of door hetzelfde getal delen.

4.2 Verhoudingstabellen

4.2 Verhoudingstabellen

Voor het schoonmaken gebruik je een allesreiniger en warm water. Hiervoor neem je 2 liter warm water en daarin doe je 1 dopje allesreiniger.
Hoeveel dopjes allesreiniger heb je nodig voor 24 liter water?

Antwoord

Voor het schoonmaken gebruik je een allesreiniger en warm water. Hiervoor neem je 2 liter warm water en daarin doe je 1 dopje allesreiniger.

Hoeveel dopjes allesreiniger heb je nodig voor 24 liter water?

24 : 2 = 12 dopjes

water	2	24
allesreiniger	1	12

x12

In een bos bloemen zitten 20 witte en 5 rode tulpen.
Ik wil een bos maken met 60 witte tulpen.
De verhouding blijft gelijk.
Hoeveel rode tulpen heb ik nodig?

Antwoord

In een bos bloemen zitten 20 witte en 5 rode tulpen.

Ik wil een bos maken met 60 witte tulpen.

De verhouding blijft gelijk.

Hoeveel rode tulpen heb ik nodig?

15 rode tulpen heb ik nodig

4.3 Rekenen in verhoudingstabellen

Verhoudingstabel met een tussenstap

Bij het rekenen met een verhoudingstabel is het vaak handig om een tussenstap te maken.

Kies hiervoor het getal 1 of een ander handig getal.

Voor 6 wasbeurten heb je in totaal 420 gram wasmiddel nodig. Hoeveel wasmiddel heb je nodig voor 9 wasbeurten?

Antwoord

Voor 6 wasbeurten heb je in totaal 420 gram wasmiddel nodig. Hoeveel wasmiddel heb je nodig voor 9 wasbeurten?

                                                                     : 6                      x 9

630 gram

beurten	6	1	9
wasmiddel	420	420 :6 =70	70 x 9 =630

4.4 Vergelijken

Wanneer je prijzen of hoeveelheden vergelijkt kun je verhoudingstabellen gebruiken.

Je rekent de prijzen of hoeveelheden terug naar hetzelfde getal.

4.4 Vergelijken

4.5 Op schaal werken

Een voorwerp wordt vaak kleiner getekend dan het in werkelijkheid is.

Je tekent dan op schaal.

Schaal 1:100 (alle maten zijn in werkelijkheid 100x zo groot)

1 cm op de kaart is in werkelijkheid 100 cm

Bij het berekenen van schaal kun je een verhoudingstabel gebruiken.

4.5 Op schaal werken

4.5 Op schaal werken

PW en zelfstandig werken

Volgende week donderdag pw of het wordt nog verzet ivm cito toetsen. Dit laat ik nog weten (en zie je in Magister).

Geen rekenmachine

Maken: Test jezelf 1 t/m 8