Herhalingsles

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wanneer verzekeren?
Niet genoeg geld om een nieuwe te kopen--> huis.
De kans op schade is redelijk groot--> scooter.
De waarde van iets--> premieberekening. 

Slide 2 - Diapositive

Waar dien je op te letten bij de overweging of het verstandig is om iets te verzekeren? Kies de juiste antwoorden
A
Heb je genoeg geld om een nieuwe te kopen?
B
Hoe groot is de kans op schade?
C
Waar heb je het gekocht?
D
Wat is de waarde van wat je wilt verzekeren?

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld
Een gezin  bestaat uit 5 personen. Ze hebben een reisverzekering afgesloten, omdat ze op vakantie gaan. De premie is € 10 per persoon. Daar komt nog € 9 bij voor poliskosten. Over het totaal wordt 21% assurantiebelasting in rekening gebracht.
 Neem het schema over en bereken hiermee de totale verzekeringskosten voor deze reisverzekering.
 Premie  5 personen--> 5  x 10 =         € 50
 Poliskosten (administratie)                  € 9+
                                                                            € 59
 Assurantiebelasting 59 : 100 x 21= € 12,39+
 Verzekeringskosten                                € 71,39


Slide 5 - Diapositive

Een gezin bestaat uit 5 personen. Ze hebben een reisverzekering afgesloten, omdat ze op vakantie gaan. De premie is € 10 per persoon. Daar komt nog € 9 bij voor poliskosten. Over het totaal wordt 21% assurantiebelasting in rekening gebracht. Bereken de verzekeringskosten.

Slide 6 - Question ouverte

AVP
AVP = Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren.
Met een AVP ben je verzekerd voor schade die je per ongeluk aan anderen toebrengt. 

Slide 7 - Diapositive

Ferron steekt per ongeluk de school in brand. Is de AVP hiervan van toepassing?
A
Ja, want hij deed het per ongeluk.
B
Nee, want het is een school.
C
Weet ik niet
D
Beiden antwoorden zijn goed.

Slide 8 - Quiz

Wat is een inboedelverzekering?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is een opstalverzekering?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Jan en Gerda kopen een huis. De herbouwwaarde ervan is € 300.000. Voor de verzekering van het huis is de jaarlijkse premie € 1,10 per € 1.000 verzekerd bedrag.
Bereken de jaarpremie voor deze verzekering.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Vincent heeft zijn inboedel voor € 40.000 verzekerd. Door een diefstal heeft hij € 5.000 schade aan zijn inboedel.
De waarde van de inboedel is nu € 50.000.
Bereken hoeveel schadevergoeding Vincent krijgt.

Slide 15 - Question ouverte

WA verzekering
Verplicht 
Verzekerd alleen schade die je aan anderen hebt verricht. 

Casco --> mag--> het verzekerd jouw voertuig. 
Neem je casco dan heb je een WA+cascoverzekering/ allriskverzekering

Slide 16 - Diapositive

Aan het werk
H4.4 (blz.112).
Opdrachten 1 t/m 11
Tweetallen in fluistertoon aan het werk.
Klaar? verder werken aan de oefentoets
Vraag? steek een vinger in de lucht.
Geen telefoons die worden gelijk in beslag genomen.
Niet werken--> waarschuwing en naam op bord--> eruit gestuurd.

Slide 17 - Diapositive