H3.2 Verspreiding Christendom in West-Europa

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

06-12-2023

H3.2 Verspreiding Christendom in West-Europa

Aan het eind van de les:

• Kun je uitleggen waarom het slechter gaat met het Christendom na de val van het Romeinse Rijk.
• Kun je uitleggen hoe het Christendom zich in de vroege middeleeuwen zich weer ging verspreiden
• Kun je uitleggen dat vorsten en geestelijken vaak een wederzijds belang hadden bij samenwerking.

Kenmerkend Aspect:

KA 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Na val R.R.

• Groot deel N.W.-Europa beheerst door niet-Christelijke Germaanse koningen
• Christendom nooit doorgedrongen tot buiten de grenzen van het Romeinse Rijk
• Een deel van de Germaanse stammen had een afwijkende vorm van het Christendom.

Korte opdracht:

• Lees 3.2 'Koningen en geestelijken' 
• Schrijf minimaal 3 belangen op die koningen hadden om samen te werken met de Christelijke geestelijken
• Schrijf minimaal 3 belangen op die geestelijken hadden om met vorsten samen te werken.

10 min. dan bespreken.

Belangen vorst

Belangen kerk

Bekering

• Na 600:  Christendom wordt vanuit Engeland verder verspreid door Europa.
• Missionarissen trekken rond om heidenen (niet-christenen) te bekeren
• Frankische koningen bekeren verschillende volken met geweld
• Rond 1000: vrijwel heel Europa is (officieel) bekeerd tot het Christendom

Hoe ziet dat Christelijke Europa eruit?

• Veel kloosters: plekken waar geestelijken (monniken/nonnen) leven om zich aan God te wijden.
• Met name gericht op religieuze studies
• Maar ook: bestuderen van boeken uit de Oudheid over 'wereldse' onderwerpen

Aan de slag:

• 3.2: maak opdrachten 1, 3-9, 11
• Werk leerdoelen 3.2 uit (pagina 71)
• Herhaal stof uit H1 en H2.

7-12-2023

3.1 en 3.2 

Aan het eind van de les:

• Heb je geoefend met de begrippen van 3.1 en 3.2 
• Heb je meer inzicht in betrouwbaarheid van bronnen.

Verboden woord

• Eén persoon omschrijft een begrip, maar mag daarbij geen gebruik maken van 5 'verboden' woorden
• De ander moet het woord proberen te raden

 Voorbeeld: Appel

Verboden woorden

• Fruit
• Boom
• Rood/Groen
• Gezond
• Klokhuis

Leenheer

• Koning
• Grond
• Leenstelsel
• Feodaal stelsel/Feodale verhoudingen
• Karel de Grote

Maak nu zelf een 'verboden woord'

• Kies een begrip/woord uit je aantekeningen óf uit het boek H3.1/3.2 
• Schrijf daaronder 5 woorden die de uitlegger niet mag zeggen.
• 5 minuten om te maken 

Betrouwbaarheid bronnen

Hoe kun je de betrouwbaarheid van bronnen beoordelen?