vmbo 4 § 8.1 Schoon

Vandaag 
 § 8.1 
opgaves molecuulmassa 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag 
 § 8.1 
opgaves molecuulmassa 

Slide 1 - Diapositive

Vandaag: Leerdoel
  • Je kent de functies van water 
  • Je weet wat hydrofiel en hydrofoob is 
  • Je kent de waswerking van zeep 

Slide 2 - Diapositive

§8.1 schoon

Slide 3 - Diapositive

Functie van water
Water heeft twee functies: 
  • Als oplosmiddel 
  • Als spoelmiddel 

Slide 4 - Diapositive

Wat voor een mengsel is dit ook alweer? 

Slide 5 - Diapositive

Wat is hydrofiel & hydrofoob?
  • Hydrofiel: waterlievend
      --> Hydrofiele moleculen lossen goed op in   
        water. 

  • Hydrofoob: watervrezend                                                       ---> Hydrofobe moleculen lossen slecht op in water.









Tekst

Slide 6 - Diapositive

  • De waswerking van zeep

Slide 7 - Diapositive

Zeep: een emulgator
Zeepmolecuul:

  • Hydrofiele kop
  • Hydrofobe staart

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Hoe noem je een stof die goed oplosbaar in water is?
A
zeep
B
hydrofoob
C
hydrofiel
D
emulsie

Slide 11 - Quiz

De kop van een zeepmolecuul is:
A
hydrofiel, houdt niet van water
B
hydrofoob, houdt niet van water
C
hydrofiel, houdt wel van water
D
hydrofoob, houdt wel van water

Slide 12 - Quiz

Aan de slag 
Opdrachten 8.1  12 tot en met 17

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel gram       heb je nodig om 6,9 gram Na te laten reageren? 
Bereken met behulp van molecuulmassa's 

                   2 Na   (s)    +             (g)        -->        2 NaCl (s)


    Cl2
    Cl2
    timer
    5:00

    Slide 14 - Diapositive

    Hoeveel gram           heb je nodig om 6,9 gram Na te laten reageren?

    In welke massaverhouding reageren Na en Cl2 tot NaCl  ?

    1. Bereken de molecuulmassa's van de stoffen waar het om gaat                  
       (Na = 23,0    Cl2 = 2 x 35,5 = 71,0)
    2. Doe de molecuulmassa's keer het aantal moleculen in de  reactievergelijking (Na dus 2 x 23,0 = 46,0   Cldus 1 x 71,0 = 71,0)
    3. De massaverhouding waarin Na en Cl2 reageren is dus Na : Cl2 = 46,0 : 71,0
    Cl2
           
                   2 Na (s) +       (g) --> 2 NaCl (s)
    Cl2

    Slide 15 - Diapositive

    Hoeveel gram            heb je nodig om 6,9 gram Na te laten reageren?
    Verhoudingstabel
    Cl2

    Slide 16 - Diapositive

    Hoeveel gram          heb je nodig om 6,9 gram Na te laten reageren? 
    2 Na

    Cl2
    Cl2

    Slide 17 - Diapositive

    Hoeveel gram         heb je nodig om 6,9 gram Na te laten reageren? 
    2 Na

    Cl2
    46,0

    71,0
    Cl2

    Slide 18 - Diapositive

    Hoeveel gram          heb je nodig om 6,9 gram Na te laten reageren? 
    2 Na

    Cl2
    46,0

    71,0
    6,9 g

    ? g
    Cl2

    Slide 19 - Diapositive

    Hoeveel gram          heb je nodig om 6,9 gram Na te laten reageren? 
    2 Na

    Cl2
    46,0

    71,0
    6,9 g

    ? g
    1
    Cl2

    Slide 20 - Diapositive

    Hoeveel gram           heb je nodig om 6,9 gram Na te laten reageren? 
    2 Na

    Cl2
    46,0

    71,0
    6,9 

     
    = 10,7 
    1
    : 46,0
    x 6,9
    Cl2
     Antwoord: Er is dus 10,7 gram        nodig.
    Cl2
    : 46,0
    x 6,9

    Slide 21 - Diapositive

    Slide 22 - Vidéo

    Hoeveel gram ammoniak reageert met 27 gram waterstofchloride? 

    massaverhouding ammoniak : waterstofchloride = 7 : 15 

    Bereken met behulp van molecuulmassa's!


    Slide 23 - Diapositive

    Hoeveel gram ammoniak reageert met 27 gram waterstofchloride? 

    massaverhouding ammoniak : waterstofchloride = 7 : 15 
    Bereken met behulp van molecuulmassa's!


    waterstofchloride 
    15
    1
    27
    ammoniak 
    7
    .....
    ....
    :15
    :15

    Slide 24 - Diapositive

    Hoeveel gram ammoniak reageert met 27 gram waterstofchloride? 

    massaverhouding ammoniak : waterstofchloride = 7 : 15 
    Bereken met behulp van molecuulmassa's!


    waterstofchloride 
    15
    1
    27
    ammoniak 
    7
    .....
    12,6
    :15
    :15
    x 27
    x 27
    Antwoord:  Je hebt 12,6 gram ammoniak nodig.

    Slide 25 - Diapositive

    Slide 26 - Diapositive