4.8 spelling

4.8 spelling
Log alvast in
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

4.8 spelling
Log alvast in

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
Grammatica


Slide 2 - Diapositive

Wat is het AV?
Ik vind deze opdracht niet moeilijk.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het VRV?
Welke leerlingen gaan naar Parijs?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het AV?
Uiteraard is dat programma nog te bekijken op internet.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het VRV?
Wie gaat dat betalen?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het AV?
Die schrijfster heeft meer boeken geschreven.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het VRV?
Wat voor kleren trek je morgen aan?

Slide 8 - Question ouverte

Leerdoel
- Je kunt het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijven.
- Je kunt samenstellingen met een tussen -s en tussen -n schrijven.
- Je kunt de dicteewoorden schrijven

Slide 9 - Diapositive

Instapopdracht
- Maak van de twee werkwoorden tussen haakjes een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
- Maak van de twee woorden tussen haakjes één woord.
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Sterke werkwoorden?
Zwakke werkwoorden?

Slide 11 - Diapositive

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Mijn ijsje is gesmolten (vd)                         Het gesmolten ijsje (bn)
De kleren zijn gedragen (vd)                      De gedragen kleren (bn)


De foto is vergroot (vd)                                 De vergrote foto (bn)
Het plafond is gewit (vd)                              Het gewitte plafond (bn)
Ik heb de les gemist (vd)                              De gemiste les (bn)
SCHRIJF HET ZO KORT MOGELIJK

Slide 12 - Diapositive

Maken
4.8: opdracht 3, 4, 5, 6, 7

Slide 13 - Diapositive

Deel 2
Log alvast in!

Slide 14 - Diapositive

Vorige les
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Wat is de standaard regel?

Slide 15 - Diapositive

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo ...
A
Lang mogelijk
B
Kort mogelijk

Slide 16 - Quiz

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verslijten) De ... broek
A
verslijte
B
versleten
C
verslijten
D
verslete

Slide 17 - Quiz

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verknippen) De ... broek
A
verknipte
B
verknipten
C
verkniptte
D
verknipt

Slide 18 - Quiz

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verbranden) De … neus
A
verbrandde
B
verbrande

Slide 19 - Quiz

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(vergroten)De ...........................foto
A
vergrote
B
vergroote
C
vergrootte

Slide 20 - Quiz

Leerdoel
- Je kunt het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijven.
- Je kunt samenstellingen met een tussen -s en tussen -n schrijven.
- Je kunt de dicteewoorden schrijven

Slide 21 - Diapositive

Samenstelling met tussen -s 
*Wat is een samenstelling?

Je schrijft een tussen -s als je die hoort.
Jongensbroek, bruidsjurk

Stationschef --> Je hoort de -s niet.
 Verander het tweede woord in stationshal

Slide 22 - Diapositive

Samenstelling 
met tussen -n

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Maken
4.8: opdracht 8, 9, 10 en 11


Klaar?
Lezen
Woorden leren

Slide 25 - Diapositive