1.3 De Griekse democratie B

Tijd van Grieken en Romeinen
1.3 De Griekse democratie

- Terugblik
- Leerdoelen
- 1.3 deel II
- Opdrachten
- Afsluiting
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Tijd van Grieken en Romeinen
1.3 De Griekse democratie

- Terugblik
- Leerdoelen
- 1.3 deel II
- Opdrachten
- Afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Terugblik


Wat zijn de verschillen tussen de huidige democratie en de Atheense democratie? 




Slide 2 - Diapositive

Terugblik
De belangrijkste verschillen zijn:
1 De Atheense democratie was direct: de burgers kozen geen vertegenwoordigers die namens hen beslissingen namen, zoals wij doen, maar konden rechtstreeks meepraten over het beleid.
2 Vrouwen hadden in Athene geen stemrecht. In Nederland hebben ze dat wel.
Andere belangrijke verschillen die je kunt noemen:
- De legerleiding werd democratisch gekozen.
- Er was geen staatshoofd.
- Er was geen vaste regering.
- Er was geen premier.

Slide 3 - Diapositive

Terugblik
Atheense democratie
  • Griekenland bestond uit poleis (stadstaten).

    Een polis was een stad met omringend land (met een eigen bestuur, leger, wetten, munten etc.)

    Grootste polis was Athene (300.000)

Slide 4 - Diapositive

Terugblik
Atheense democratie
  • De Poleis kenden verschillende bestuursvormen bijvoorbeeld:
  • Monarchie
  • Aristocratie
  • Tirannie 

Slide 5 - Diapositive

Terugblik
Atheense democratie
  • In Athene echter kreeg de volksvergadering in 507 v.C. de hoogste macht en werd daarmee de eerste democratie.

Slide 6 - Diapositive

Kenmerkende Aspecten
  • De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.

Slide 7 - Diapositive

Denken over natuur
  • Vóór 600 v.c. > Mythisch denken
  • Na 600 v.c. > Filosofen zoeken naar antwoorden door goed naar de natuur te kijken. (Atomen, een oerstof.)
  • Ontstaan van de wiskunde en geschiedenis. 

Slide 8 - Diapositive

Denken over ethiek
  • Wat is kwaad, wat is goed?
  •  Wat is een goede manier om te leven? 
  • Socrates

Slide 9 - Diapositive

0

Slide 10 - Vidéo

Socrates stelde vooral vragen die gingen over....?
A
Goed en kwaad
B
Aristocratie
C
Gifbekers
D
Liefde

Slide 11 - Quiz

Waarom werd Socrates ook wel 'de horzel' genoemd?
A
Hij bleef vasthoudend bij het bestoken met vragen
B
Hij was een gerespecteerd bioloog
C
Door zijn fascinatie voor bijen en insecten
D
Hij maakte vaak een zoemend geluid

Slide 12 - Quiz

Socrates werd gezien als een gevaar. Waar werd hij van beschuldigd?

Slide 13 - Question ouverte

Denken over politiek
  • Is iedereen in een democratie wel geschikt om te stemmen? 
  •  Is één rechtvaardige leider niet beter? 
  • De meerderheid heeft niet altijd gelijk.

Slide 14 - Diapositive

0

Slide 15 - Vidéo

In het voorgaande clipje over Plato schuilt kritiek op de Atheense democratie. Leg uit!

Slide 16 - Question ouverte

0

Slide 17 - Vidéo

Waarom zou je Aristoteles de eerste echte 'homo universalis' (universeel mens) kunnen noemen?
A
Hij dacht na over het universum
B
Hij kon met iedereen goed opschieten
C
Hij leverde een bijdrage aan zeer veel disciplines
D
Door het nadenken over Ethiek

Slide 18 - Quiz

Klik op de bron. Over welke bestuursvorm heeft Plato het? Heeft hij een voorkeur voor deze bestuursvorm?

Slide 19 - Question ouverte

Tot welk soort samenleving of maatschappijtype rekenen we de Griekse stadstaat?

Slide 20 - Question ouverte

Huiswerk
Maak paragraaf 3 helemaal.

timer
1:00

Slide 21 - Diapositive