Een volledige verbranding gebeurt als er voldoende zuurstof is.
Bij de verbranding van CH4 ontstaat CO2 en H2O.
Slide 5 - Diapositive
Volledige verbranding
- koolstofdioxide
onvolledige verbranding
- koolstofmonooxide
giftig
geurloos
kleurloos
Slide 6 - Diapositive
Stel de verbrandingsreactie van methaan op. Bij voldoende zuurstof. Vergeet niet de fase aan te geven.
Slide 7 - Diapositive
Volledige verbranding
Slide 8 - Diapositive
Stel de reactievergelijking op voor de verbranding van
IJzer (III)
timer
3:00
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
verbrandingsproducten aantonen
CO2 met ............
H2O met .............
Slide 11 - Diapositive
verbrandingsproducten aantonen
CO2 met helder kalkwater
H2O met koud glas/voorwerp
Slide 12 - Diapositive
Explosie = snelle verbranding
Slide 13 - Diapositive
Voorwaarden explosies
Bij een explosieve verbrandingsreactie moeten de fijn verdeelde brandstof en de zuurstof in de juiste verhouding gemengd zijn.
Er treedt een heftige reactie op waarbij gasvormige producten ontstaan, die veel ruimte nodig hebben dan de beginstof.
Slide 14 - Diapositive
Explosief
Binas 39
Slide 15 - Diapositive
Explosie
1) Zeer snelle verbranding door verdelingsgraad er ontstaan verbrandingsgassen. Gassen zetten erg snel uit. Door de vergroting van de druk kans op explosie.
2) Door andere chemische reacties kunnen ook gassen ontstaan.
3) explosieve decompressie. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer bij een lek in een leiding onder hele hoge druk het gas met een drukgolf vrijkomt, zoals bij een lek in een aardgasleiding.
Slide 16 - Diapositive
Langzame verbrandingen
Bijv. je lichaam dat energie haalt uit stoffen die in het voedsel aanwezig zijn.
Lichaam heeft geen hoge temperatuur nodig om voedsel te verbranden.
Verbranding zonder vuurverschijnsel
Ander voorbeeld is ijzer dat gaat roesten ofwel oxideren.
Slide 17 - Diapositive
Rekenen aan verbrandingsreacties
stap 1
Begin altijd met het opstellen van de reactievergelijking
Zorg dat de RV kloppend is.
Onthoud:
Wet van behoud van massa
massa voor de reactie = massa na de reactie
Slide 18 - Diapositive
Rekenen aan verbrandingsreacties
stap 2
Bepaal de molecuulmassa van alle stoffen.
Slide 19 - Diapositive
Rekenen aan verbrandingsreacties
stap 3
Vermenigvuldig de molecuulmassa met de coëfficiënt. Als tussenstap noteer je de coëfficiënt, ook als die 1 is.
Slide 20 - Diapositive
Rekenen aan verbrandingsreacties
Slide 21 - Diapositive
Rekenen aan verbrandingsreacties
Slide 22 - Diapositive
Rekenen aan verbrandingsreacties
Slide 23 - Diapositive
Rekenen aan verbrandingsreacties
Bereken hoeveel waterstof gas ontstaat wanneer er 20 gram waterstofperoxide (h2O2) gas ontleedt?
Slide 24 - Diapositive
Rekenen aan verbrandingsreacties
massaverhouding H2O2 : H2 : O2 = 9 : 8 : 1
Slide 25 - Diapositive
Rekenen aan verbrandingsreacties
Overmaat/ondermaat
Als van een beginstof te veel aanwezig is, blijft er na afloop van die stof een gedeelte over. Dit overschot wordt de overmaat genoemd.