Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
5.1 Licht, schaduw, spiegels
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Uitleggen wat een lichtbron is en of deze natuurlijk of kunstmatig is.
Uitleggen wat diffuse terugkaatsing is.
Schaduw tekenen.
De spiegelwet toepassen.
Tekenen hoe je een spiegelbeeld ziet.
Het gezichtsveld tekenen.
Slide 2 - Diapositive
Voorkennis
Noteer drie zaken waar je aan denkt als het over spiegels, schaduw en licht gaat.
Slide 3 - Diapositive
Directe lichtbronnen
Deze geven zelf licht. Voorbeelden zijn lampen of kaarsen.
Slide 4 - Diapositive
Indirecte lichtbronnen
Deze weerkaatsen het licht
deels naar je ogen.
B.v.; de maan of andere
voorwerpen die
je ziet door weerkaatsing.
Slide 5 - Diapositive
Diffuse terugkaatsing
De lichtbundel kaatst naar alle kanten terug.
Slide 6 - Diapositive
Spiegelende terugkaatsing
Een lichtbundel die uit één richting komt, wordt onder de zelfde hoek teruggekaatst.
Slide 7 - Diapositive
Schaduw tekenen
Teken de randstralen
en arceer het gebied er tussen.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Spiegelwet
Slide 10 - Diapositive
Spiegelwet
Slide 11 - Diapositive
Een virtueel beeld v.e. kaars zien.
Slide 12 - Diapositive
Een teruggekaatste bundel tekenen.
1 Spiegel P; Dit wordt P'
2 De tereggekaatste bundel lijkt uit P' te komen.
Slide 13 - Diapositive
Belang lesdoelen
Licht is vrijwel overal aanwezig.
Bij de komende toets zijn alle lesdoelen belangrijk om goed te scoren.
Slide 14 - Diapositive
Controle lesdoelen
Spiegels kaatsen het licht dat erop valt, spiegelend terug.
a Wat is het verschil tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing?
Een spiegelbeeld is een virtueel beeld.
b Wat betekent 'virtueel beeld'?
Slide 15 - Diapositive
In de figuur is getekend hoe een lichtstraal door een spiegel wordt teruggekaatst.
aHoe heet de stippellijn?
bHoe heet hoek a?
cHoe heet hoek b?
Slide 16 - Diapositive
Patty wil de punt van haar teen in de spiegel kunnen zien. Dat betekent dat een lichtstraal vanuit L via de spiegel in Patty's ogen terecht moet komen. Teken deze lichtstraal in de figuur.