BK2 Les 3: Jongeren als consument

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Inloop

-Ga op je eigen plek zitten (plattegrond)

-Pak je pen, schrift en boek

Les 3

Jongeren als consument

Lesplanning

Leerdoel: 

Terugblik: Goederen en diensten

Voorkennis:                                                                  (5min)

Instructie: Jongeren als consument                (15min)

Begeleid inoefenen: Vraag 8                                (5min)

Zelfstandig oefenen: Vraag 7, 8 en 10              (10min)

Huiswerk: Vraag 7, 8 en 10

Evaluatie:                                                                        (5min)

Leerdoelen

1. Ik weet de verschillen tussen soorten reclames

2. Ik weet waarom jongeren een belangrijke doelgroep zijn 

Terugblik

Goed of dienst?

Terugblik

Zet het begrip bij de juiste uitleg

Smaak: 

Prijs of bruikbaarheid: 

Bekendheid:

Rage:

Tijdelijk bekend

Meer bekend dan zijn tegenstander

Wat jij leuk of lelijk vindt

Kwaliteit

Instructie (1/2)

Jongeren zoals jullie zijn heel belangrijk voor bedrijven. 

Jongeren zijn daarom een doelgroep.

Waarom?

• Jongeren hebben "veel" geld

• Jongeren hebben veel invloed op jullie ouders

• Jongeren zijn merkentrouw

Instructie (2/2)

Bedrijven richten daarom reclames naar jongeren.

Er zijn verschillende soorten reclames.

• Eerlijke reclame: Reclame die correcte informatie geeft en duidelijk maakt waar het over gaat.

• Misleidende reclame: Reclame die onjuiste informatie geeft, zoals een verkeerde prijs.

Reclames mogen niet over schadelijke producten zoals sigaretten gaan. Reclames voor alcohol mag ook niet gericht zijn naar jongeren.

Instructie (2/2)

We gaan naar een paar reclames kijken.

Wie is de doelgroep bij elke reclame?

Begeleid inoefenen

Zelfstandig oefenen

Maak nu vraag 7, 8, en 10 op blz 110 en 111

Klaar? Dan mag je vraag 11 en 12 maken om een boek lezen of rustig op je laptop 

gamen

Huiswerk

Vraag 7, 8 en 10 op blz 110 en 111

Evaluatie

Wat vonden jullie van de les?

Wat vond ik van de les?

Wat kunnen we anders doen?

Lesafsluiting

Volgende les: Hoofdstuk 4 paragraaf 3