WFT Basis hoofdstuk 31, Toezicht en Toezichthouders
WFT Basis
Hoofstuk 31: Toezicht en toezichthouders
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Praktische economieMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
WFT Basis
Hoofstuk 31: Toezicht en toezichthouders
Slide 1 - Diapositive
Toezicht(houders)?
Slide 2 - Carte mentale
Ik vind toezicht op banken/verzekeraars...
Onzin!
Jammer dat het nodig is
Logisch
Er kunnen niet genoeg regels zijn
Slide 3 - Sondage
Het wettelijk toezicht is sinds 1 januari 2007 geregeld in de...
A
AFM
B
DNB
C
WFT
D
ECB
Slide 4 - Quiz
Hoe was het toezicht voor 2007 geregeld?
A
Er was toen geen toezicht
B
Dat deden de banken samen
C
Dat deed de DNB
D
Er waren 8 aparte toezichtswetten
Slide 5 - Quiz
De WFT heeft drie hoofddoelen. Welke van onderstaande is géén hoofddoel?
A
De financiële markt klantgericht maken
B
De financiële markt doelgericht maken
C
De financiële markt marktgericht maken
D
De financiële markt inzichtelijk maken
Slide 6 - Quiz
Het wettelijk toezicht wordt onderverdeeld in drie categorieën. Welke niet?
A
Prudentieel toezicht
B
Markttoezicht
C
Systeemtoezicht
D
Gedragstoezicht
Slide 7 - Quiz
Wat is géén doelstelling van het gedragstoezicht?
A
bevorderen van een toegankelijke financiële markt
B
bevorderen van een goede werking tussen marktpartijen
C
bevorderen van de winstgevendheid van marktpartijen
D
bevorderen van vertrouwen binnen de financiële markten
Slide 8 - Quiz
Welke instantie houdt toezicht op het gedrag van financiële markten?
A
DNB
B
ECB
C
WFT
D
AFM
Slide 9 - Quiz
Voor welke dienst hoef je geen vergunning te hebben van de AFM?
A
beleggingsadvies
B
aanbieden van kredieten
C
advies over erfrecht
D
gevolmachtigd agent voor verzekeringen
Slide 10 - Quiz
Wat is geen voorwaarde om een AFM-vergunning te krijgen?
A
goede prognose bedrijfscijfers
B
deskundigheid op orde
C
integere bedrijfsvoering
D
beroepsaansprakelijkheids-verzekering
Slide 11 - Quiz
In welke uitzonderingen heb je geen vergunning nodig?
Slide 12 - Question ouverte
De AFM onderzoekt of financiële dienstverleners aan de wet- en regelgeving voldoen. Wie bepaalt wanneer dat in orde is en wanneer niet?
A
Dat doet de AFM volledig zelf
B
Dat doet de AFM in overleg met de financiële instellingen
C
Dat doet de AFM in overleg met het KiFID
D
Dat doet het KiFID
Slide 13 - Quiz
Op welke punten controleert de AFM dan precies?
Slide 14 - Question ouverte
Waar is het prudentiële toezicht voor bedoeld?
A
Voor het gedrag van financiële instellingen
B
Om de duurzaamheid hoog te houden binnen de financiële sector
C
Om de stabiliteit in de financiële sector te waarborgen
D
Om winsten te maximaliseren binnen de financiële sector
Slide 15 - Quiz
Hoe gaat zo'n prudentieel toezicht?
A
Er wordt gekeken naar solvabiliteit en liquiditeit
B
Er wordt gekeken naar hoogte van omzet
C
Er wordt gekeken naar de winstmarge
D
Er wordt gekeken naar hoeveelheid klanten
Slide 16 - Quiz
Welke voorwaarden heeft de Wft aan verzekeraars gesteld?
Slide 17 - Question ouverte
Wat is Solvency II?
A
Dat maakt betalingsverkeer mogelijk
B
Dat is de extra toezichthouder voor verzekeraars
C
Dat is een richtlijn voor mobiel bankieren
D
Dat is een risicogebaseerd toezichtraamwerk voor verzekeraars
Slide 18 - Quiz
Wat is het doel van Solvency II en hoe bereikt zij dat?
A
Het beschermen van de verzekeraar door kapitaaleisen te stellen
B
Het beschermen van de consument door kapitaaleisen te stellen
C
Het beschermen van de verzekeraar door rendementseisen te stellen
D
Het beschermen van de consument door rendementseisen te stellen
Slide 19 - Quiz
Solvency II is een onderdeel van...?
A
Gedragstoezicht
B
Prudentieel toezicht
C
de AFM
D
de Bazel-akkoorden
Slide 20 - Quiz
Wat is de Solvency II-Basicvergunning?
A
Dat is de naam van de vergunning voor alle verzekeraars
B
Dat is alleen bedoeld voor de grote verzekeraars
C
Dat is bedoeld voor kleine verzekeraars die onder de Solvency II-vergunning vallen
D
Dat is bedoeld voor kleine verzekeraars die níét onder de Solvency II-vergunning vallen
Slide 21 - Quiz
Twee stellingen: 1. Solvency II-Basicvergunning staat niet meer onder toezicht van DNB 2. Solvency II-Basicvergunning bedrijven mag wel kiezen voor toezicht DNB
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Welke sancties kan de AFM opleggen?
Slide 24 - Question ouverte
Hoe kun je een bezwaar aantekenen tegen zo'n sanctie?
A
Dat kan niet, de sanctie is bindend
B
Dat doe je bij de toezichthouder die hem je heeft opgelegd
C
Dat doe je bij de rechtbank
D
Dat doe je bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven
Slide 25 - Quiz
Hoe lang heeft de toezichthouder om een bezwaarschrift te beoordelen?
A
Maximaal 4 weken
B
Maximaal 6 weken
C
Maximaal 4 weken, met recht op uitstel van 4 weken
D
Maximaal 6 weken, met recht op uitstel van 6 weken