les 2 blok 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

les 2 blok 2

Wat is klinisch redeneren?

1. Het documenteren van patiëntgegevens
2. Een continu proces van risico-inschatting, vroegsignalering, probleemherkenning, interventie en monitoring
3. Het opstellen van een medische diagnose
4. Het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen

Welke van de volgende methoden wordt niet gebruikt bij klinisch redeneren?

1. ABCD-methode
2. AMVIL-methode
3. PES-methode
4. VALTIS-model

Allergie Ø Medicatie Ø Voorgeschiedenis Ø Incident Ø Laatste maaltijd

VALTIS

Voorgeschiedenis

• AARD

• LOCATIE

• TIJDSDUUR

• INTENSITEIT

• SAMENHANG

Wat betekent de 'P' in de PES-methode?

1. Probleem
2. Procedure
3. Prognose
4. Prioriteit

Welke stappen behoren tot het proces van klinisch redeneren volgens Marc Bakker?

1. Diagnose, Behandeling, Evaluatie
2. Anamnese, Diagnostiek, Therapie, Follow-up
3. Intake, Planning, Uitvoering, Evaluatie
4. Oriëntatie op de situatie, Klinische problematiek, Aanvullend klinisch onderzoek, Klinisch beleid, Klinisch verloop, Nabeschouwing

Wat is het doel van een verpleegkundige diagnose?

1. Het identificeren van medische aandoeningen
2. Het beschrijven van actuele of potentiële gezondheidsproblemen waarvoor een verpleegkundige hulp kan bieden
3. Het vaststellen van de noodzaak van medicatie
4. Het evalueren van behandelingsresultaten

Wat is een voorbeeld van een etiologische factor in de PES-methode?

1. Koorts
2. Pijn
3. Onvoldoende mobiliteit door operatie
4. Verhoogde hartslag

Welke van de volgende is geen onderdeel van de SBAR-methode?

1. Situation
2. Background
3. Analysis
4. Recommendation

Wat is een belangrijk kenmerk van klinisch redeneren in de verpleegkunde?

1. Het werken zonder richtlijnen
2. Het uitsluitend gebruiken van intuïtie
3. Het koppelen van eigen observaties aan medische kennis
4. Het volgen van strikt administratieve procedures

Bij welk van de volgende domeinen hoort het gebruik van het Omaha System niet?

1. Lichamelijk welbevinden
2. Psychisch welbevinden
3. Sociaal welbevinden
4. Financieel welzijn

omgevingsdomein.

psychosociaal domein.

fysiologisch domein.

gezondheidsgerelateerd gedragsdomein.

Wat is het verschil tussen een medische diagnose en een verpleegkundige diagnose?

1. Een medische diagnose wordt gesteld door een arts, een verpleegkundige diagnose door een verpleegkundige
2. Een medische diagnose richt zich op behandelinterventies, een verpleegkundige diagnose op zorgbehoeften
3. Een medische diagnose is gebaseerd op klinisch redeneren, een verpleegkundige diagnose niet
4. Er is geen verschil, beide termen zijn uitwisselbaar